Archieven

 

Uw zoekacties: Wapenalbum van familiewapens Bommelerwaard, 1300-1850

0938 Archief van het gemeentebestuur van Kesteren - gemeentelijk woningbedrijf, 1956 - 1974

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Geschiedenis van de organisatie
0938 Archief van het gemeentebestuur van Kesteren - gemeentelijk woningbedrijf, 1956 - 1974
1. Inleiding
1.1.
Geschiedenis van de organisatie
In november 1955 adviseerde de afdeling Financiën van de gemeente Kesteren het college van burgemeester en wethouders tot het onderbrengen van de gemeentelijke woningen, woningwetwoningen en noodwoningen in een woningbedrijf. Reden: de administratie van het woningbezit was erg ingewikkeld geworden. De gemeentelijke-kameralistische-boekhouding is minder geschikt voor een goede administratie van de bouw en het beheer van woningen. Daarvoor is de in het bedrijfsleven meestal gebruikte methode van de dubbele boekhouding doelmatiger. De gemeenteraad besloot op 13 december 1955 tot de instelling van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Tevens werd een verordening voor deze tak van dienst vastgesteld. Het beheer van het bedrijf werd in handen gelegd van het college van burgemeester en wethouders, die onder zich een administrateur hadden voor de uitvoering van de financiële administratie. De begroting en rekening van het bedrijf werden vastgesteld door de gemeenteraad. De verordening legde ook de wijze van financieel beheer en de financiële verhouding met de gemeente vast. Op 15 februari 1956 machtigde de gemeenteraad burgemeester en wethouders tot het verhuren van woningwetwoningen. Ook werd een nieuw huurreglement voor de gemeentelijke woningen vastgesteld. * 
Intussen verkeerde woningbouwvereniging Beter Wonen Zij Ons Doel te Kesteren al sinds september 1951 in moeilijkheden: de zittende bestuursleden werden een dagje ouder en het animo onder de 10 (!) leden was onvoldoende om een nieuw bestuur te vormen. De gemeente kreeg het aanbod om de onroerende goederen over te nemen. De gemeente verzorgde al zo goed als alles voor de vereniging en het hoofd van de Technische Dienst Kring Kesteren, J. Evers, juichte de overname dan ook toe. Maar hij adviseerde het college van burgemeester en wethouders tevens om te bezien of de Vereniging tot Verbetering van de Volkshuisvesting in Opheusden genegen zou zijn tot eenzelfde stap. Dat was wel het geval, maar pas in 1956 werd besloten tot de inbreng van het woningbezit van beide verenigingen in het op te richten Gemeentelijk Woningbedrijf, dat per 17 juni van dat jaar van start ging. En dat ging niet zonder discussie in de gemeenteraad. Men was bang dat de overname van de al oude en uitgewoonde woningen tot hoge kosten zou lijden. Nadat burgemeester Tjalma erop had gewezen dat de kosten voor deze woningen via de woningwet toch op de gemeentelijke budgetten drukten ging de raad akkoord. De beide verenigingen werden vervolgens opgeheven. * 
Vier complexen woningwetwoningen werden overgenomen van de woningbouwverenigingen. Daarnaast kende het bedrijf volgens het eerste jaarverslag nog 16 complexen woningen die gebouwd waren na 1946 en diverse complexen van noodwoningen. In totaal beheerde het woningbedrijf aan het eind van het eerste boekjaar 235 woningen. In 1974 beheerde het woningbedrijf 13 woningcomplexen, met in totaal 627 woningen. Hieronder waren 101 bejaardenwoningen en nog 3 noodwoningen. * 
De gemeentelijke administrateur van de noodwoningen kreeg ontslag per 17 juni 1956 in verband met de onderbrenging ervan in het woningbedrijf. Dit bedrijf kende twee administrateurs, ambtenaren van de afdeling financiën. De instructie voor de administrateur omschreef als zijn taak onder andere:
- zorg dragen voor invordering van inkomsten en tijdige betalingen en het bijhouden van de administratie;
- zorg dragen voor het archief;
- advisering aan burgemeester en wethouders;
- zorg dragen voor tijdige opdrachten voor reparaties aan woningen e.d. Voor bedragen boven de fl. 20 (? 9,08) was daarvoor een machtiging van burgemeester en wethouders nodig;
- zo nodig inschakelen van ambachtslieden, waarbij hij was gebonden aan een rooster dat door burgemeester en wethouders werd opgesteld. * 
De inning van de huur lag in handen van drie medewerkers, die per woning werden betaald. Het waren geen ambtenaren, zij hadden een contract op grond van het gemeentelijke arbeidsovereenkomstenbesluit. De huur van alle woningen werd aanvankelijk per week opgehaald, maar die van woningwetwoningen sinds 1 april 1972 per maand. Vanaf 1 mei 1974 werd deze huur niet meer opgehaald, maar moest die worden overgemaakt op een girorekening. Voor noodwoningen werd de huur per week pas per 1 januari 1975 omgezet in maandhuur. * 
De technische controle en het onderhoudsadvies werden uitgevoerd door de Technische Dienst. De adviezen werden door de administratie van het woningbedrijf eventueel aangevuld, waarna burgemeester en wethouders beslissingen konden nemen. In 1967 werden er drie vaklieden aangesteld voor het reguliere onderhoud: een timmerman, een metselaar en een schilder. * 
Bij brief van 18 februari 1972 nodigde de gemeente Kesteren het bestuur van Woningbouwvereniging Dodewaard en de colleges van burgemeester en wethouders van Dodewaard, Echteld, Valburg, Maurik en Lienden, vertegenwoordigers van de Provinciale Directie van de Volkshuisvesting, de Nationale Woningraad en de Technische Dienst Kring Kesteren uit voor een overleg. Doel ervan was te bezien welke mogelijkheden er waren om te komen tot een regionale woningstichting. Aan dit overleg lag een advies van de Nationale Woningraad ten grondslag tot verbetering van de efficiency in de volkshuisvesting in deze regio door schaalvergroting in de bouw en het beheer van woningen. Aan een vervolgoverleg op 18 april 1972 namen de gemeenten Echteld, Kesteren, Lienden, Maurik en Zoelen deel. Er werd een werkcomité ingesteld, dat in oktober een rapport uitbracht. Uiteindelijk namen alleen de gemeenten Kesteren, Lienden en Maurik deel in de Stichting Woningbouw Betuwe (SWB). Het besluit van de gemeenteraad van Kesteren van 30 november 1973 tot overdracht van woningen aan nieuwe woningstichting werd afgekeurd door Gedeputeerde Staten, omdat de stichting nog niet was toegelaten als stichting, uitsluitend werkzaam voor de volkshuisvesting. Na toelating van de stichting werd de overdracht alsnog geregeld bij raadsbesluit van 30 mei 1974. De SWB, met kantoor in Lienden, ging van start op 1 januari 1975. * 
Het woningbedrijf werd opgeheven per 1 januari 1975. Eén complex (E, 3 verspreide woningen) werd overgeheveld naar de algemene dienst van de gemeente Kesteren, de overige naar de Stichting Woningbouw Betuwe in Lienden. De financiële afwikkeling liep nog door tot in 1976.
1.2. Geschiedenis van het archief
1.3. Verantwoording van de inventarisatie
1.4. Aanwijzingen voor de gebruiker
1.5. Literatuurverwijzing
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1956 - 1974
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
onbeperkt
Omvang in meters:
0,90
Toegangstitel:
P.G.J. Huismans, Inventaris van het archief van het Woningbedrijf van de gemeente Kesteren, 1956-1976