Archieven

 

Uw zoekacties: Wapenalbum van familiewapens Bommelerwaard, 1300-1850

3115 Archief van het gemeentebestuur van Poederoijen, 1811 - 1955

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De gemeente
2. Naam, vlag en wapen
3. Zelfstandigheid en samenvoeging
4. De gemeentelijke organisatie
5. Het Manhuisfonds
6. Archief
7. Inventarisatie
Tijdens de inventarisatie werden stukken uit het archief vernietigd volgens de daarvoor (nog) geldende vernietigingslijst, zoals die is vastgesteld door de ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, d.d. 22-8-1983 en Binnenlandse Zaken, d.d. 7-11-1983. Conform artikel 48 van de Archiefwet 1995 blijft deze vernietigingslijst van kracht tot zij wordt vervangen door selectielijsten, waartoe artikel 5 van deze wet de zorgdrager verplicht. Wel is soms bewust van vernietiging van stukken afgezien alhoewel ze op de vernietigingslijst voorkomen, omdat ze van historisch belang voor de streek werden geacht. Van de vernietiging van de bescheiden is een verklaring opgemaakt.
Bij overbrenging van het archief van de archiefruimte in het gemeentehuis te Brakel in 1994 naar de centrale archiefbewaarplaats van het Streekarchief Bommelerwaard besloeg het archief ca. 60 m. Hoewel een aanzienlijke hoeveelheid archiefbescheiden uit het archief is vernietigd, is door betere materiële verzorging, bijvoorbeeld het uitvouwen van militieregisters, de omvang van het archief nauwelijks verminderd. De totale omvang na inventarisatie met de bestaande bergingswijze bedraagt 58 m.
In de loop van de periode 1811-1955 werd het archief door de gemeentelijke administratie op verschillende wijzen geordend. Vooral ten aanzien van de correspondentie heeft men verschillende ordeningswijzen gehanteerd.
1811-1929:
Van 1811 tot en met 1929 werden stukken geordend volgens een agendastelsel. Dat wil zeggen, dat de correspondentie chronologisch in postinschrijvingsregisters (agenda’s) werd geregistreerd, terwijl de stukken zelf in chronologische series werden bewaard. Als toegang op de agenda’s werden alfabetische indexen aangelegd.
1930-1940:
Van 1930-1940 werd een rubriekensysteem gebruikt: de correspondentie werd gesorteerd volgens een schema van rubrieken (onderwerpen) en op onderwerp opgeborgen. In een postinschrijvingsregister werd de correspondentie chronologisch per onderwerp geregistreerd. Het rubriekensysteem, waarmee men in 1930 begon, was tamelijk grofmazig en blijkbaar voelde men in 1935 de behoefte om wat verder uitgesplitste rubrieken te gebruiken. Zo bleek het bijvoorbeeld nodig om de rubriek Armwezen verder uit te splitsen in verschillende subrubrieken. Een probleem bij het gebruikte rubriekensysteem is, dat de rubrieken elkaar niet geheel uitsloten met als gevolg dat stukken over een bepaald onderwerp nu eens in de ene en dan weer in de andere rubriek worden aangetroffen. Zo konden stukken betreffende steunverlening soms worden ondergebracht bij armenzorg, soms bij landbouw (steun aan boeren), soms bij werkverschaffing, soms bij volkshuisvesting, etc. Hoewel dit rubriekenstelsel tot 1941 is gebruikt, werd het postinschrijvingsregister vanaf april 1938 om onbekende redenen niet meer bijgehouden. 40)
1941-1955:
Vanaf 1941 tot aan de opheffing van de gemeente in 1955 werd gebruik gemaakt van een zaaksgewijze ordening volgens de Basis-archiefcode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het essentiële verschil met de ordening volgens het rubriekensysteem is de zaaksgewijze ordening. Bij het rubriekensysteem wordt op een bepaald onderwerp geordend: bijvoorbeeld alles over armenzorg komt chronologisch in één map. Bij zaaksgewijze ordening worden de stukken over elke armlastige afzonderlijk bij elkaar gehouden. Per onderwerp zijn er dus meerdere dossiers, die elk betrekking hebben op één specifieke zaak. In de praktijk bleek echter, dat de gemeente deze ordening eigenlijk meer gebruikte als een rubriekensysteem: stukken werden vaak toch op onderwerp in een omslag verzameld.
Daarbij moet nog worden opgemerkt, dat geen van de ordeningen volledig consequent werd toegepast. Gedurende de periode van het agendastelsel en die van het rubriekenstelsel werd bijvoorbeeld de correspondentie betreffende de financiële administratie gedeeltelijk bij de financiële series bewaard. Incidenteel werden ook brieven over een bepaald onderwerp uit de serie ingekomen stukken genomen om een bepaald dossier te vormen.
Gezien de aanwezigheid van algemene series, die niet naar specifieke onderwerpen konden worden uitgesplitst, naast zaaks- en onderwerpsgewijze geordende stukken, lag een gebruikelijke hoofdindeling van de inventaris in ’Stukken van algemene aard’ en ’Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen’ voor de hand. Ten aanzien van de onderbrenging van de stukken uit het vrij grofmazige rubriekensysteem zijn verschillende mogelijkheden overwogen.
1. De per rubriek gerangschikte bundels verspreiden over de diverse onderwerpen van de hoofdrubriek ’Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen’. Het voordeel van deze benadering is dat de stukken over bepaalde onderwerpen zoveel mogelijk bij elkaar staan. Dat voordeel is echter maar betrekkelijk, omdat een onderzoeker er toch altijd op bedacht moet zijn ook de algemene series, zoals notulen en ingekomen stukken van voor 1930 te raadplegen. Probleem bij deze benadering is bovendien, dat de rubrieken, zoals die in de jaren 1930-1940 werden gebruikt grofmazig waren en meerdere (sub)rubrieken van de Basis-archiefcode van de VNG bestrijken. Gevolg hiervan zou zijn, dat een groot aantal verwijzingen zou moeten worden aangebracht of veel subtitels met de weinig zeggende aanduiding ’Algemeen’.
2. De per rubriek gerangschikte bundels uit elkaar halen en de stukken zoveel mogelijk zaaksgewijze ordenen en beschrijven. Dit zou echter zeer veel tijd kosten. Bovendien zou daarmee de door de administratie aangebrachte orde niet worden gerespecteerd en nauwelijks meer in de inventaris zichtbaar blijven.
3. Ten slotte is er voor gekozen om de correspondentie uit de periode van het rubriekensysteem als zodanig bij elkaar te laten en op te nemen in de hoofdrubriek ’Stukken van algemene aard’. Daarbij zijn de door de administratie gebruikte namen en nummers van de rubrieken aangegeven, aangevuld met enkele trefwoorden, die de inhoud van de rubrieken wat nader aanduiden. Wel zijn enkele series uit het rubriekensysteem afgezonderd, met name de afgegeven bouw- en hinderwetvergunningen en de aan- en verkopen van onroerende goederen, dit om de toegankelijkheid van deze veel geraadpleegde reeksen te vergroten. Verder is steeds bij de verschillende onderwerpen in de inventaris aangegeven, waar voor de periode 1930-1940 gezocht moet worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
3115 Archief van het gemeentebestuur van Poederoijen, 1811 - 1955
Inleiding
7. Inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Zoals uit de bovenstaande beschrijving blijkt, moeten de gegevens betreffende een bepaald onderwerp op verschillende plaatsen gezocht worden. Het bijgaande schema beoogt hierbij behulpzaam te zijn. De inventaris bevat een hoofdafdeling met de kop
’Stukken van algemene aard’. Hierin zijn stukken opgenomen, die niet te splitsen waren naar een specifiek onderwerp. Het duidelijkste voorbeeld hiervan zijn de notulen van de vergaderingen. Daar worden immers uiteenlopende onderwerpen behandeld en deze zijn dus ook niet onder te brengen bij een bepaald onderwerp. In deze hoofdafdeling zijn ook de ingekomen stukken van de periode 1811-1940 ondergebracht. Stukken, die wel konden worden uitgesplitst naar een bepaald onderwerp, zijn ondergebracht in de tweede hoofdafdeling ’Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen’. Het is echter belangrijk om zich te realiseren, dat stukken over een bepaald onderwerp niet alleen in deze hoofdafdeling te vinden zijn, maar ook in de eerste hoofdafdeling, bijvoorbeeld in de raadsnotulen. De overige noodzakelijke aanwijzingen voor de gebruiker zijn zoveel mogelijk verwerkt in de notabene's bij de rubrieken en beschrijvingen.
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is bepaald dat archiefstukken met de inventarisnummers 1898, 2049 en 2332, zolang ze nog geen 75 jaar zijn, slechts geraadpleegd kunnen worden met schriftelijke toestemming van de streekarchivaris van de Bommelerwaard (vanaf 1 januari 2014 de streekarchivaris van het Regionaal Archief Rivierenland). Toestemming kan worden geweigerd of er kunnen voorwaarden aan worden verbonden.
W. van As, 1998.
Aanvulling:
In 2005 is deze inventaris overgezet in een ander databasesysteem, zodat het mogelijk werd gemaakt de inventaris ook op de website van het Streekarchief Bommelerwaard te doorzoeken. Bij die gelegenheid zijn enkele beschrijvingen van latere aanwinsten toegevoegd. Uit de inventaris zijn de illustraties en de verhelderdende schema's uit de inleiding komen te vervallen. Raadpleeg daarvoor de gedrukte inventaris uit 1998. Eind 2013 is deze inventaris geconverteerd naar Mais Flexis het door het Regionaal Archief Rivierenland gebruikte inventarisatiesysteem.
Noten
1. J.J.A. Buylinckx, De bevolking van de Bommelerwaard in 1810. In: Tussen de Voorn en Loevestein XXXI (1995), nr.90, p. 1-8.
2. S. Dumont en M. Kleijnen, Van wege den koning, Zaltbommel 1992.
3. Inventarisnummer 3115/631.
4. Inventarisnummer 3115/637.
5. Archief gemeente Brakel 1811-1955, inventarisnummer 3116/664.
6. Inventarisnummer 3115/1, vergaderingen van 26-5-1820 en van 30-6-1821.
7. Archief gemeente Brakel 1811-1955, inventarisnummer 3116/1462. Division territoriale du département des Bouches du Rhin, 4 augustus 1811, aanwezig in de bibliotheek van het Streekarchief Br-946.
8. Staatsblad 1814, no. 84.
9. Inventarisnummer 3115/1, vergadering van 30-6-1821.
10. Inventarisnummer 3115/4, vergadering van 29-4-1846.
11. Archief gemeente Zuilichem 1811-1955, inventarisnummer 3008/76 en Archief gemeente Brakel 1811-1955, inventarisnummer 3116/12.
12. Inventarisnummer 3115/630.
13. Inventarisnummer 3115/4, vergadering van 9-4-1852.
14. Inventarisnummer 3115/9, vergadering van 19-8-1925.
15. Inventarisnummer 3115/1964. N.A.H. Greve, Ruilverkavelingen. In: H.P. de Bruin (red.), Het Gelders rivierengebied uit zijn isolement, Tiel 1988.
16. Inventarisnummer 3115/634.
17. Id.
18. Staatsblad 1814, no. 46.
19. Reglement voor het platteland van de provincie Gelderland, benevens de verdeling in hoofdschout-ambten en schout-ambten, Arnhem 1817.
20. Id.
21. Reglement op het bestuur ten plattenlande van de provincie Gelderland, Arnhem 1825.
22. Staatsblad, 29 juni 1851, no. 85.
23. Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied, 3 maart 1941.
24. Inventarisnummer 3115/650.
25. Inventarisnummer 3115/2342.
26. Id.
27. J. den Draak, Gebundelde inventarissen van het archief van de heren van Rossum als beheerders van de geestelijke goederen in de heerlijkheid Rossum en het archief van het Manhuisfonds te Rossum. Arnhem, 1979.
28. R.H.C. van Maanen, Industriële activiteit te Poederoijen. In: Tussen de Voorn en Loevestein XXXIII (1997), nr. 97, p. 13-20.
29. Inventarisnummer 3115/434.
30. Inventarisnummer 3115/46.
31. Inventarisnummer 3115/440.
32. Inventarisnummer 3115/549.
33. Archief van de gemeente Brakel 1811-1955, inventarisnummer 3115/724.
34. Archief van de gemeente Brakel 1811-1955, inventarisnummer 3115/725.
35. S.M. Dumont, In: T. de Roos en J. de Roos (red.), Gemeentehuizen in Gelderland, Groningen 1995, p. 52-55.
36. J.J.A. Buylinckx, Inventaris van de archieven van de gemeenten Zuilichem, Nieuwaal en Aalst 1810-1811, Zuilichem en Nieuwaal 1811-1817 en Zuilichem 1818-1955, Zaltbommel 1996.
37. M.P.M. Kleijnen, Inventaris van de archieven van de gemeenten Brakel, Poederoijen, Munnikenland en Loevestein 1810-1811 en Brakel 1811-1955, Zaltbommel 1998.
38. R.A.D. Renting, Plaatsingslijst van het archief van de dorpspolder Aalst, 1547-1954. A.G. Gort, Archieven van het Polderdistrict beneden de Meidijk en de inliggende dorpspolders 1838-1968, Zaltbommel 1995.
39. Stukken uit de nalatenschap van de vroegere gemeente-ontvanger G. van Os (inventarisnummers 3115/1359 en 3115/1367) en stukken uit de bij het Streekarchief berustende collectie De Hoop (inventarisnummer 3115/2237).
40. Inventarisnummer 3115/459.
Bijlage: Lijsten van bestuurders en functionarissen
1. Burgermeesters
2. Wethouders
3. Raadsleden
4. Ontvangers
5. Secretarissen
Noten bij de bijlage

Kenmerken

Status toegang:
Toegang met onbewerkte aanvulling
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
45,50