Het polderdistrict Tielerwaard kende drie verschillende bestuursorganen: het Gecombineerd College, de Dijkstoel en de Dijkgraaf.
1. Het Gecombineerd College was het algemeen bestuur van het polderdistrict. Het bestond uit de dijkgraaf, 7 heemraden en 17 hoofdgeërfden. Het Gecombineerd College was belast met het algemeen beleid, waaronder het vaststellen van regelingen en verordeningen, het vaststellen van de begrotingen en rekeningen, het bepalen van de omslag en het besluiten tot en geld vrijmaken voor nieuwe werken. Hoofdgeërfden werden gekozen door de ingelanden.
2. De Dijkstoel bestond uit de dijkgraaf en 7 heemraden. De heemraden werden voor een periode van zes jaar benoemd door de Kroon. Tot de taak van de dijkstoel behoorde het uitvoeren van wetten, regelingen en besluiten van het Gecombineerd College, de zorg voor eigendommen en werken, het houden van de schouw en het toezicht op het beheer van de penningmeester.
3. De dijkgraaf. De dijkgraaf werd door de Kroon benoemd, geschorst en ontslagen. Hij werd benoemd voor een periode van 6 jaar. De dijkgraaf was zowel voorziter van het Gecombineerd College als van de Dijkstoel. Hij vertegenwoordigde het polderdistrict in en buiten rechte en oefende toezicht uit op de ambtenaren. De uitgaande post werd door hem getekend.

G.J. Kolff, dijkgraaf van het polderdistrict Tielerwaard. Foto: Regionaal archief Rivierenland, fotocollectie detail uit foto nr 4183.

Naast deze bestuursorganen kende het polderdistrict Nood- of Buitengewone heemraden. Deze werden jaarlijks door de dijkstoel aangewezen, om bij oproeping van het dijkleger, de dijkstoel bij te staan.

Het bestuur werd bijgestaan door een ambtelijk apparaat. De belangrijkste ambtenaren waren de secretaris-penningmeester, tevens hoofd van de Administratieve dienst en een technisch ambtenaar, ook wel dijkopzichter genoemd. Deze was hoofd van de Technische dienst.