0926 Archieven van het gemeentebestuur van Kesteren, 1812 - 1937
0926
Archieven van het gemeentebestuur van Kesteren, 1812 - 1937
Toelichting
Deze inventaris bestaat uit drie deel toegangen die elk een afzonderlijke inleiding hebben.
laatste wijziging 30-12-2022
1.149 beschreven archiefstukken
114 gedigitaliseerd
totaal 17.186 bestanden
Inventarissen
1. Archief van de gemeente Opheusden (Burgerlijke Stand)
1.1. Inleiding
0926 Archieven van het gemeentebestuur van Kesteren, 1812 - 1937
Inventarissen
1. Archief van de gemeente Opheusden (Burgerlijke Stand)
1.1.
Inleiding
laatste wijziging 26-09-2008
De bestuurlijke indeling van Nederland in gemeenten is een erfenis uit de Napoleontische tijd. Bij keizerlijk decreet van 16 maart 1810 werd het toenmalige Koninkrijk Holland bezuiden de Waal ingelijfd bij Frankrijk. Op 9 juli van dat jaar volgde de rest van het koninkrijk. De inlijving bij het Franse keizerrijk bracht een invoering van de Franse bestuursorganisatie met zich mee. Er kwam een scheiding tot stand tussen de rechterlijke macht en de lokale administratieve taken van de oude stads en heerlijkheids besturen. De rechterlijke macht werd onafhankelijk en een rijks aangelegenheid. De plaatselijke bestuurders hielden zich nog uitsluitend bezig met lokale administratieve en bestuurlijke aangelegenheden. Het ingelijfde gebied werd naar Frans voorbeeld ingedeeld in departementen, arrondissementen, kantons en mairieën. De mairieën zijn de voorgangers van onze huidige gemeenten. *
Bij een eerste indeling van gemeenten met minder dan 5000 'zielen' in maart 1811, werden Opheusden, Dodewaard en Hien samengevoegd tot één mairie (gemeente). Deze mairie, genaamd Dodewaard, behoorde tot het kanton Elst in het arrondissement Arnhem. Het arrondissement was weer een onderdeel van het departement van de Boven-IJssel. Kesteren werd samen met Lienden, Ommeren, Aalst, De Marsch en Lede en Oudenwaard tot de mairie Lienden gerekend. De mairie Lienden maakte deel uit van het kanton Tiel van het arrondissement Arnhem. Vanaf 1812 werd Opheusden een zelfstandige gemeente, nog steeds in het kanton Elst. Tot aan de invoering van een nieuw bestuursreglement voor de 'gemeenten ten Platte lande' met ingang van 1 januari 1818 is Opheusden een zelfstandige gemeente gebleven.
Aan het hoofd van de mairie Opheusden stond de maire (burgemeester) Jan den Hartog. Tijdens de samenvoeging met Dodewaard en Hien was Den Hartog al adjunct-maire voor Opheusden geweest. Adjunct voor de nieuwe mairie Opheusden werd Johannes Sipman. Gemeenten tot 2500 inwoners hadden één adjunct. De adjunct adviseerde de maire of kon een deel van zijn taken over- en waarnemen. De conseil municipal of gemeenteraad mocht voor deze kleine gemeenten uit tien leden bestaan. Tot municipale raden (raadsleden) werden benoemd: Rijk van Florestijn, Jan Stoffelen 'van het klooster', Aalbert van der Keij, Jacob Gerritsen, Gerrit van Kraaikamp, Hendrik van Welij, Peter van Gendt de Leeuw, Stoffel van de Pol, Evert Reijers en Stoffel Sipman. De gemeenteraad had weinig bevoegdheden. De voornaamste taak bestond uit de controle van de plaatselijke financiën.
In november 1813 kwam er een einde aan de inlijving bij het keizerrijk Frankrijk. In naam en in afwachting van de komst van de prins van Oranje nam Gijsbert Karel van Hogendorp het 'Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden' op zich. Een proclamatie van 21 november bepaalde dat de bestaande bestuurlijke organisatie voorlopig werd gehandhaafd. Enkele weken
later volgde echter al een aanpassing. De maire werd vervangen door een schout, in de praktijk dezelfde persoon. De municipale raden bleven in functie, nu als raadsleden met adviserende stem. De indeling in departementen, arrondissementen en kantons kwam te vervallen. Daarvoor in de plaats kwamen provincies. Opheusden lag in de provincie Gelderland. Deze organisatie bleef gehandhaafd tot 1818. De lokale bestuurlijke organisatie werd na 1813 in de grondwetten van 1814 en 1815 een provinciale aangelegenheid. Elke provincie moest zelf een reglement ontwerpen voor het bestuur van de steden en gemeenten ten platte lande. In Gelderland werd een dergelijk reglement goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 11 februari 1817. Het ging in per 1 januari 1818.
De namen van de plaatselijke bestuurders in de jaren 1812-1817 zijn niet bekend uit het gemeente-archief van Opheusden. Het archief is op de akten van de Burgerlijke Stand na, namelijk geheel verloren gegaan. Over en van de voormalige gemeente Opheusden berusten echter nog vele stukken waaronder opgaven over de gemeente en plaatselijke functionarissen en begrotingen in de Bataafs-Franse archieven en de archieven van Provinciale en Gedeputeerde Staten op het Rijksarchief te Arnhem. De hierboven genoemde bestuurssamenstelling in 1812 is ontleend aan stukken uit de Bataafs-Franse archieven.
Om nadrukkelijk te attenderen op de zelfstandigheid van Opheusden in de jaren 1812-1817, is er voor gekozen om de bewaard gebleven akten van de burgerlijke stand als afzonderlijk archief van de gemeente Opheusden op te nemen.
laatste wijziging 30-12-2022
1.149 beschreven archiefstukken
114 gedigitaliseerd
totaal 17.186 bestanden
Kenmerken
Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
43
Categorie:
laatste wijziging 30-12-2022
1.149 beschreven archiefstukken
114 gedigitaliseerd
totaal 17.186 bestanden