Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van de Hervormde gemeente Tricht, 1646 - 1981

0747 Archief van de Hervormde gemeente Tricht, 1646 - 1981

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Burgerlijke overheid
1.2. Tricht voor de reformatie
0747 Archief van de Hervormde gemeente Tricht, 1646 - 1981
1. Inleiding
1.2.
Tricht voor de reformatie
De naam Tricht komt onder de naam Thriniti voor in een giftbrief uit 850 *  . In 1129 komt bij de stichting van het klooster Marienweerd bij Beesd de naam Tricht voor *  .
De kerstening in de Neder-Betuwe geschiedde in de Karolingische periode door Angelsaksische predikers. Onder Suitbert, de oudste van de twaalf metgezellen van Willibrord, zou-volgens overlevering-de kerk van Buurmalsen zijn gesticht: 24 september 696. Later werd Suitbert bisschop en predikte toen in de gebieden langs de Ruhr en Wupper in Duitsland. In Teisterbant werkte verder de H. Lambertus *  .
Door schenkingen-door de bisschop van Utrecht, Otto van Lippe in 1217 en Otto van Holland in 1245-is het kapittel van de Sint Pieterskerk te Utrecht in het bezit gekomen van het recht om bij benoemingen van pastoors in de parochiekerken van het kapittel slechts een deel (de congrue portie, meestal een derde deel) van de aan hun prebende verbonden kerkelijke goederen toe te wijzen voor het onderhoud van de pastoors en de rest te bestemmen voor eigen gebruik. Er is veel geprocedeerd tussen het Kapittel van de St Pieterskerk te Utrecht enerzijds en de wereldlijke heren van Buren en Steven van Manher, pastoor te Buurmalsen, anderzijds, zowel over de grote als de kleine tienden. Hoewel de charters van de schenkingen van 1217 en 1245 niet door het Kapittel konden worden overlegd (zij waren verloren geraakt) werd het Kapittel in het gelijk gesteld en erkenden de heren van Buren 11 augustus 1315 het recht van het Kapittel op de collatie en de tienden evenals dat van de op verzoek van de inwoners van Tricht te stichten kapel in Tricht *  .
Het kerspel Buurmalsen was zeer uitgestrekt en lag in een moerassige streek. Om de kerk van Buurmalsen te bereiken moesten de inwoners van Tricht van verre komen langs een lange modderige weg, die vooral bij mist grote moeilijkheden opleverde. Het gebeurde nogal eens dat men bij een sterfgeval met de sacramenten te laat kwam. De bezwaren van een kerk op grote afstand hadden echter tot gevolg dat er met grote offervaardigheid een grote som bijeengebracht werd om een kapel te stichten in dit onder Buurmalsen behorende dorp Tricht. Vele personen schonken hiertoe land of geld *  .
Gerardus, deken van het Kapittel van de St Pieterskerk te Utrecht, tevens vicaris-generaal van het Stift Utrecht en algemeen vicaris van heer Guido, de afwezige bisschop van Utrecht, gaf in 1315 namens de laatstgenoemde en met instemming van het Kapittel toestemming tot het stichten van een kapel te Tricht, waarvan de begeving, zo dikwijls als zij open zou vallen, zou toebehoren aan het Kapittel van de Sint Pieterskerk te Utrecht en wel onder de volgende voorwaarden:
1 de tienden zullen aan het Kapittel toevallen;
2 alle offergiften zullen als schadeloosstelling toekomen aan de pastoor te Buurmalsen;
3 de kapelaan van Tricht zal zich niets toeëigenen ten eigen bate uit de opbrengsten die voor Buurmalsen zijn;
4 mocht de kapel later parochiekerk worden, dan blijven alle tienden van het dorp Tricht aan het Kapittel van de St Pieterskerk te Utrecht;
5 de kapelaan mag de dienst leiden en missen lezen op een draagbaar altaar *  .
Omdat hij al elders een beneficie had werd Willem van Tricht Machteldsz. als kapelaan aangesteld, daar de inkomsten van de kapel te Tricht ontoereikend waren. Alleen voor de diensten kwam hij naar Tricht over.
Op verzoek van de parochianen van Tricht en met toestemming van het Kapittel van de St Pieterskerk verhief de bisschop in 1389 de kapel tot parochiekerk, hoewel men het geld ervoor nog niet bijeen had. De collatoerechten kwamen toe aan het Kapittel. De goederen van de kerk werden gemortificeerd en tot geestelijke goederen verklaard. Zij zouden nu te zamen de prebende van de nieuwe pastoor vormen, echter zonder de tienden, zowel de grote als de kleine, want die zouden steeds aan het Kapittel blijven alsof de kapel niet tot parochiekerk verheven was. Het Kapittel eiste een bezegelde verklaring dat de pastoors geen recht op dé tienden hadden.
Doel van het Kapittel was de inlijving (corporatie) van de kerken van Buurmalsen en Tricht. De bisschop verklaarde, met toestemming van de betrokken pastoors, op 24 oktober 1507 de kerken van Buurmalsen en Tricht met al hun eigendommen te zullen verenigen met het Kapittel van de St Pieterskerk te Utrecht. De pastoors kregen hun congrue portiën voor hun onderhoud. Toen de pauselijke confirmatie was aangekomen, deden de pastoors afstand van hun beneficie en herleefden weer als "vicarii" van het Kapittel. Op deze voorwaarden verpachtte (op te vatten als verlenen van een ambt) het Kapittel het bedienen van de Trichtse kerk aan de priester Johannes Hartman. De pastoor moest voor het verlenen van het ambt jaarlijks twaalf Rijnse guldens betalen. De aartsbisschop van het district, als proost van Arnhem, eiste een schadeloosstelling voor de weggevallen leges voor de institutie (verlenen van een beneficie). Het Kapittel gaf dit toe en betaalde jaarlijks een rente van twee oude franse schilden.
In de rekeningen van het bisdom Utrecht van de jaren 1545, 1550, 1551 en 1555 is de preposituur van de meeste kerken en ook van Tricht niet verantwoord. Zij behoorden dus tot de wanbetalers *  . Zij moesten betalen aan de prepositus of prior-ook wel genoemd landdeken-die in ver verwijderde streken van het klooster of kapittel door de deken was benoemd om de gelden te innen.
1.3. De reformatie
1.4. Classicale indeling
1.5. Kerkeraad
1.6. Diakonie
1.7. Kerkvoogdij
1.8. Het kerkgebouw
1.9. Predikantenlijst Tricht
1.10. Inventarisatie

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
onbeperkt
Omvang in meters:
5,50
Toegangstitel:
J.D. Markestein, Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente Tricht