Blijkens een beschrijving van de hand van Dr. J.G.R. Acquoy was dit deel toen (c. 1875) nog voorzien van twee, thans verloren, koperen slootjes, waarvan het een het opschrift droeg '* die * nonne *', het andere: '* te * boemel *'. Het deel heeft dus aan het Nonnenklooster te Zaltbommel toebehoord. Op de banderol van de plaatstempel van de band staat 'Henri Morinck'. Waarschijnlijk is het handschrift in zijn bezit geweest.
Het handschrift is onvolledig, het eindigt halverwege Annuntiatie, midden in het responsorie 'Christi Virgo Dilectissima'. Halfweg begint een breviarium diurnale: eerst temporale, op ongeveer driekwart van het handschrift begint een nieuwe sectie met communia, daarna sanctorale. Enkele folia daarvóór staat Goede Vrijdag, met aanduidingen als ‘duo de iunioribus’, ‘duo presbiteri’, ‘duo alii’, mannelijke vormen dus, maar dat is waarschijnlijk gewoon overgeschreven van een handschrift uit een toonaangevend mannenklooster. Wel staat op ongeveer een kwart van de codex, op de verzozijde voor ‘ad tercium ym.’ de aanduiding ‘Item quando lectio ex evangelio legitur benedictio Iube domina benedicere’. Dat kan op een vrouwenconvent wijzen.
Vóórin een kalender, beginnend met Lini Pape et martiris (26 november) en eindigend op XV Kalendas Maii (17 april). Die is echter wel compleet omdat de kalender begint op een versozijde, terwijl de rectozijde leeg is.
Aan het einde van het deel zijn één of meer bladen uitgescheurd.