Incipit signatum Tylensis. Anno XXXIo.
[26 mei 1431]
# Acrijn / Polle / Johannes Theodori dictus Raet / monuit Johannem
Trant. Alardum vanden Poele et Gherit Bernardi
(doorgehaald) supra Heinricum Paevert in hospicio Aloff Gerva-
sii, sive Rijqwini Johannis. Sabbato post Penthecostes
^De schepenen in 1431 waren: Arnt van Drueten, Arndoldus Schoock van Ochten, Dirck Petersz., Herman van den Polle, Acryne de Beesde, Rodolphus Hack en Willem Suermont van Merten. ]
Betekenis: Johannes Theodoruszoon Raet heeft gewaarschuwd Johannes Trant, Alard vanden Poele en Gherit Bernardszoon, tegen Heinric Pavert, die zich in gastvrijheid bevindt van (in de herberg van) Aloff Gervaaszoon of Rijkwijn Johanszoon. De drie zijn kennelijk personen die zich ooit borg hebben gesteld voor een lening en dus moeten betalen
[29 mei 1431]
Acrijn, Merten / Rodericus Bartoldi promisit Johanni Zas
Theodorici quadragintaquattuor Arnhemse gulden annum dictam praesentem
conscios off payment Johannis Navitatis et Victoris illis
duobus terminis. Vel Gervasius Splinteri de Grootveld
promisit eodem Johannem Zas ultro altior die hi daer seynde
omni die te verteren II aude braspenningen in hospicio Gervasii
donec protino solucionis finem satisfactionis. Secundam post octavas Penthecostes
Betekenis: Roderik Bartoldszoon belooft aan Johan Zas Theodoruszoon in twee termijnen 44 Arnhemse gulden te betalen, namelijk op Sint Jan Geboorte (24 juni) en op Sint Victor (10 oktober). Ook belooft Gervaas Splinter van Grootvelt aan diezelfde Johan Zas, maar ook daarboven als hij daar is, dagelijks twee oude braspenningen mag verteren in de herberg van Gervaas, totdat het geld is betaald.
[3 juni 1431]
Polle, Diricsoen / Heinricus de Leut et Johannes eius filius debitores
et quodlibet ipsorum in solidum promiserunt Johanni de Wijnssen in
depositione suare de clenodijs ecclesiae. Off der ennighe
verloren of verderfft worden buten nootsaken
van brande binnen dese IIII iaren aengaende
opten yersten dach van junio, et promiserunt eidem Johanni te
betalen quattuor ende dimidio beyers gulden off payment
infra quattuor dies festivos natalis Christi ac quattuor cum
dimidio Beyers gulden off payment Pasche dair na.
Et deinceps per tres annos subscriptes illius duobus
terminis elken termijn quattuor cum dimidio beyers gulden sine contradictionem
Dominica post Sacramenti
Betekenis: Henrik van Leut en zijn oudste zoon Johannes beloven aan Johannes van Wijnssen in diens positie als beheerder van de kerkgoederen om, als daarvan iets de komende vier jaar verloren of vernield wordt, te beginnen op 1 juni 1431 vier dagen na Kerstmis 4½ Beierse Gulden en met Pasen nog eens 4½ Beierse Gulden en vervolgens de drie daarop volgende jaren deze zelfde twee termijnen van 4½ Beierse Gulden te voldoen
[3 juni 1431]
Schocken, Hack / Gherit Heinrici fecit quam omnia bona
sua Tyel et Zantwijc Aleidi uxori sue in die Bonifacii.
Idem Gherit contulit Aleidi sue uxoris omnia bona sua
Tiel et Zantwic post obitum [Aleidi ad usus][^onder de regel geschreven] quoad vixerit tenendum
renunciavit. Idem contulit omnia bona sua post obitum
ipsius et Aleidis sue uxoris ecclesiae beate Martini in Tyla
et hospitali Tylensis in similiter perpetuo tenendum. Datum
ut supra. In tribus literis
Betekenis: Gherit Hendrix geeft zijn vrouw Aleid na zijn dood het vruchtgebruik van al zijn goederen in Tiel en Zandwijk. Na beider dood gaat alles naar de Sint Maartenskerk en het gasthuis
[4 juni 1431]
Merten, Ochten / Riquinus Johannis promisit Ottoni de Bueren
sex Arnhemse gulden off payment [et quinque croon schilden][^boven het stukje geschreven] Jacobi ultimo dabit eidem
Ottoni ullus eius die hi voer hem seyndt alle daige
II croonschilden te verteren in hospicio Riquini. Quarta post Sacramenti
Betekenis: Rijkwijn Johanszoon belooft aan Otto van Bueren uiterlijk op Sint-Jacobsdag zes Arnhemse gulden en vijf kroonschilden te betalen. Anders mag iemand die hij daartoe stuurt dagelijks twee kroonschilden verteren in de herberg van Riikwijn (wisselbrief tot 25 juli)
[2 juni 1431]
Merten, Theodorus Bernardi./ Gervasius Splinteri de Grootvelt promisit
Boudewino Johannis de Deyle, offt sake were dat Jan van
Lewen Heinrici denselven Boudewijn niet en betailde
XCI Vranckrijksche schilden, alsulck als die heren van Culemborch van
sijnen pacht neempt, nu op sunte Peters dach ad
Cathedram naist comende, off binnen eenre maent
dair naist volgende, so heefft Gervasius ghelaefft
den voirgenoimte Boudewijn off sijnen erven off yement
die sij daer seijnde, alle dage te gheven enen
halven beyers gulden te verteren in des selven Gerfaes
huys ende herberge, also lange theynt dit voirschreven hoet
gelt alinclick betailt is. Secunda post [donderdach] Sacramenti
Betekenis:Gervaas Splinters van Grootvelt belooft, dat als Jan van Lewen Heinricszoon niet uiterlijk een maand na Sint-Petrus ad Cathedram 91 Franse schilden heeft betaald aan Boudewijn Johanszoon van Deyl of diens erfgenamen, een vertegenwoordiger van Boudewijn dagelijks een halve Beierse gulden mag verteren in de herberg van Gervasius.
[27 mei 1431]
Ochten, Hack / Otto de filius illegitimus Johannis de Zoelen debitor
fidem Arnoldus de Avezaet, Theodorus Bernardi, Heinricus
de Boininghen et Symon Graet, promisit Johanni de Delen
Johannis ad usus ipsius et ad usus Hermanni Pauli seu
unius eiorum sexaginta Arnhemse gulden off payment
Victori ultimo intrabunt. In Octavio Penthecosthes. seu unius eiorum
Betekenis: Otto, onwettige zoon van Johannes van Zoelen belooft onder borgstelling door Arnold van Avezaeth, Theodorus Bernardszoon, Heinric van Beuningen en Symon Graet te betalen aan Johannes van Delen voor eigen gebruik en ten behoeve van Herman Paulusz zestig Arnhemse gulden, uiterlijk te betalen op Sint Victorsdag (10 oktober).