bestand: 
resultaat: 
0001Archieven van het stadsbestuur van Tiel en dorpsbestuur van Zandwijk, 1352 - 1812 (1858)
1870Chronicon Tielense (Tielse Kroniek). Kroniek, waarin opgenomen een wereldgeschiedenis, regionale geschiedenis tot 1449 en een geschiedenis van het Heilige Land, aangelegd in de 15 eeuw, met vervolgdeel over aspecten van de Tielse geschiedenis van 1552-1566 , 15e eeuw, 1552-1566
Bestandnaam:
NL-TIRAR_0001-1870_B1_11R-18V_17R.jp2
Datering:
15e eeuw, 1552-1566
NB:
De kroniek is verdeeld in 6 delen, en met potlood gefolieerd 1-346.

De kroniek is vertaald. Zie: J. Kuys, L. de Leeuw, V. Pacquay en R. van Schaïk (ed.), De Tielse kroniek. Een geschiedenis van de Lage Landen van de volksverhuizingen tot het midden van de vijftiende eeuw, met een vervolg over de jaren 1552-1566, Amsterdam 1983.

In 2024 worden transcripties gepubliceerd bij de scans van de boeken 1 t/m 3, boek 6 en het 16de eeuwse vervolg. Deze worden getoond bij klikken op het icoontje met de ganzenveer bij de scans.

De kroniek werd vermeld in de: "Lijst van Noord-Nederlandsche Kronyken", door mr. S. Muller Fz. ("Werken Hist. Gen". Nieuwe reeks, nummer 31), bladzijde 65, met de volgende noot: 'Het uitgegevene is het 6de (laatste) gedeelte eener groote kroniek; de 5 eerste zijn zonder belang. Het uitgegevene deel is van grote waarde voor de geschiedenis van Gelderland, het vervolg alleen voor die van Tiel. De schrijver was dijkgraaf in of bij Tiel en stierf ná 1455. Zijn bronnen waren o.a. Beka en de eerste bewerking van Joh. À Leydis; voor de latere tijden bevat zijn kroniek mémoires'. De door mr. Muller bedoelde uitgave is die van J.D. van Leeuwen (Trai. ad. Rh., 1789 nummer 8). Het vervolg is geschreven door Petrus van Tefelen, pastoor te Tiel.

Zie over de uitleen van deze kroniek aan J.I. Pontanus in 1634 inventarisnummer 88.
Omvang:
1 deel
Volgnummer:
20 van 363
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Et post mortem Saray accepit Abraham Cethuram in uxorem, que genuit sibi liberos sex. Hanc Cethuram dicunt Hebrei Algar fuisse, matrem Hysmahelis que prius fuerat ancilla Sare. Plurima enim que acta sunt per Abraham tempore vite sue et que eius temporibus contingerunt de hijs satis scribitur in Genesi. Vixit autem Abraham centum septuaginta quinque annis per totum, et tunc mortuus est.

En na de dood van Sara nam Abraham Ketura als vrouw, die hem zes kinderen baarde. De Hebreeën zeggen dat deze Ketura de moeder van Ismaël was geweest, die daarvoor de slavin van Sara was geweest. De meeste dingen echter die door Abraham zijn gedaan tijdens haar leven, en die gebeurden in haar tijd; over deze dingen wordt voldoende geschreven in Genesis. Abraham leefde echter in totaal honderd vijfenzeventig jaar en is toen gestorven.


HS Gen. 63
(c. 1108D)
[63] De morte Nini regis Ninive et Assiriorum Anno undecimo incarnacionis Abrahe mortuus est Ninus rex Assiriorum, qui edificavit Ninivem de quo ante dictum est.

[63] Over de dood van Ninus, koning van Ninive en van de Assyriërs In het elfde jaar van de vleeswording van Abraham is Ninus gestorven, de koning van de Assyriërs die Ninive heeft gebouwd, waarover eerder is gesproken.

[64] De Semirrami Hic Ninus rex habuit uxorem que dicebatur Semirramis. Hec Semirramis habuit duos filios, et accepit unum propriis filijs in maritum, ut post Ninum possit regnare. Et hic filius ampliavit Babilonem. Secundus autem eius filius dicebatur Treba, qui fugiens a matre propter eius nuptum ineptum cum primo filio, ut dictum, est accepit secum magnum thesaurum. Et veniens ad locum ubi nunc Treveris stat, qui locus ei optime placuit, ibi civitatem Treveris edificavit. Et a Treba rege dicta est Treveris. Et Semirramis mater eius cum fratre suo, quem ipsa nupsit, mansit in Babilonia et fuit ibi regina Babilonie. Hec Semirramis regina primo invenit usum bracharum.

[64] Over Semiramis Deze Ninus had een vrouw die Semiramis werd genoemd. Deze Semiramis had twee zonen. En zij nam een van haar eigen zonen tot echtgenoot, opdat zij na Ninus zou kunnen regeren. En deze zoon vergrootte Babylon. De tweede zoon echter, genaamd Treba die gevlucht was van zijn moeder wegens haar ongepaste huwelijk met de eerste zoon, zoals gezegd is, nam een grote schat met zich mee. En toen hij aankwam op de plaats waar nu Trier staat, welke plaats hem zeer beviel, heeft hij daar de stad Trier gebouwd. En naar de koning Treba is zij Trier genoemd. En zijn moeder Semiramis bleef met zijn broer, welke zij had gehuwd, in Babylonië en was daar koningin van Babylonië. Deze Semiramis vond als eerste het gebruik van de ???? uit.

[65] De fundacione Treveris Treveris secundum alios, ut habetur in tractata de imperatoribus, fundata erat octavo anno nativitatis Abrahe a Tribracho filio Nini qui Semirramidem novercam suam fugiens, ne cum ipsa incestum commitere cogeretur, advenit ad locum predictum, ibi quod civitatem construxit, quam pro suo nomine Treberem appellavit. Et istud concordat cum libro de mulieribus claris; ibi scribitur de ista Semirramide Et istis temporibus inventus est usus femeralium, quam nos communiter bracham appellamus.

[65] Over de stichting van Trier Trier, volgens anderen, zoals beschreven wordt in het traktaatje over de keizers, was gesticht in het achtste jaar vanaf de geboorte van Abraham, door Tribrachus zoon van Ninus, die zijn stiefmoeder Semiramis was ontvlucht, opdat hij niet gedwongen zou worden incest met haar te plegen, kwam aan op de voornoemde plaats, en daar bouwde hij een stad welke hij naar zijn eigen naam Trier noemde. En dit komt overeen met het boek over de beroemde vrouwen; daar wordt geschreven over deze Semiramis. En in deze tijden is het gebruik van de ???? uitgevonden, welke wij gewoonlijk ???? noemen.



HS Gen. 65
(c. 1109C)
[66] De morte Hysmael Anno post incarnacionem Abrahe ducentesimo et decimo quarto mortuus est Hysmael anno suo centesimo vicesimo septimo.

[66] Over de dood van Ismaël In het jaar na de vleeswording van Abraham tweehonderd en veertien is Ismaël gestorven, in zijn honderd zevenentwintigste jaar.

.
[67] De Ysaac Ysaac cum esset quadraginta annorum accepit Rebeccam in uxorem, que genuit sibi duos gemellos in uno partu, videlicet Esau et Jacob.

[67] Over Isaak Isaak nam, toen hij veertig jaar was, Rebecca als vrouw. Zij baarde hem in één bevalling een tweeling, namelijk Esau en Jacob.


[68] De benedictione Jacob Iste Ysaac, cum esset senex et oculi eius caligaverant pre senio, misit Esau primogenitum suum pro venacione, ut faceret sibi pulmentum de venatu et ut comederet inde. Quo comesto pollicebatur sibi dare benedictionem ante mortem suam, Jacob autem junior filius consilio et auxilio matris coxit hedum et fraudulenter surripuit a patre benedictionem. Quamobrem idem Iacob, quia timebat fratrem suum Esau, peregrinatus est in Mesopotamiam ubi cum avunculo suo Laban servivit septem annis pro Rachel. Et tempore nupciarum Iacob inebriato dederunt sibi inscio Lyam. Et sic servivit adhuc septem annis pro Rachel, et sic pro ambabus servivit quatuor

[68] Over de zegening van Jacob Deze Isaak stuurde, toen hij een oude man was en zijn ogen duister werden, stuurde hij Esau, zijn eerstgeborene voor de jacht, om een vleesschotel te maken door te jagen en om daarvan te eten. En nadat hij gegeten had, bood hij hem aan zijn zegening te geven voor zijn dood. Jacob echter, de jongere zoon, bereidde op advies en met hulp van zijn moeder een bokje, en ontfutselde zijn vader op bedrieglijke wijze diens zegening. Omdat deze Jacob zijn broer Esau vreesde, is hij weggetrokken naar Mesopotamië, waar hij zijn oom Laban zeven jaar diende voor Rachel. En op het moment van de bruiloft, toen Jacob dronken was, gaven ze hem Lea zonder dat hij dit wist. En zo diende hij nog eens zeven jaar voor Rachel en zo diende hij voor hen beiden veertien jaar.

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen