bestand: 
resultaat: 
Bestandnaam:
NL-TlRAR_0826-01262_0006.jpg
Folionummer:
2v, 3r
Volgnummer:
6 van 71
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Item noch is dat gasthuys te geven vier Rijns gulden current aen
graeuwen laken daermen vier tabbert om copen sal, twee mans
ende twee vrouwen tabberden. ende geven sij omme gods wille, of soe
verre als dat gelt reyckt, ende dit heft gegeven Joffrouw Adriaen
van Eck uut een weer lants op Rietvelt

Item In die advent die drye leste vrijdage voir korsdach soe
geeft men den armen diemen meynt dat best te doen hebben, elcx
een pont botteren om gods willen

Item opten heilige korsavent so geftmen elcken armen mensche
die daer coemt, enen wegghe omtrent van twee witgens groit
ende hier heft toe gegeven Jan van Yseren enen schilt

Item In die vasten geftmen sess weken lanck des woensdages
ende des vrijdages elcken armen mensch die men meynt dat best
te doen hebben een broet ende twee heryngen ende dair heft to gegeven
Bergen van Pothusen twee ouden schilden her Gijsbert die Kemp
enen halven schilt sJaers.

Item men geft alle Jaer scoen omme gods willen daermen meynt
dat sonderlinge groit doen is, dair is togegeven omtrijnt enen
schilt gaf Melijs Scavertszoon uut lande op Prijs

Item noch Is dat gasthuys alle Jaer sculdich te geven den rechten armen
om goods willen alle pachten ende renten die comen van die halff
hoeff lants op Bolgrij die Joffer Foyse van Killesteyn den gasthuys
gegeven heefft / ende dat te ministreren ende te geven na uutwijsinge des
eygendoms brieffs die dat gasthuys daer van heefft als hier voert
achterwairts In dit selve boeck gescreven staet / Ende dese nabescreven
Copij Is die copij vanden brieff dair Inne die gasthuysmeisters Indertijt
hebben aengenomen dat testament van Joncfrou Foyse van Killesteyn te
geven Jairlix na Inhalt sbrieffs welken principaelbrieff leyt Inder
kercken kiste van sunte Barbaren onder der kercken brieven

Wij Engbert Bierman, Lubbert Keye / ende Gherijt Melissoen gasthuysmeisters van
wegen des gasthuys tot Culenborch bekennen mit desen tegenwoirdigen brieve
dat Joncfrouwe Foyse Gherijts wijf van Killesteyn was gegeven heeft uut gotliker
minnen puermentliken om goodswillen den gasthuys tot Culenborch ter rechter
armen behoif een halve hoeve lants mit allen hoeren toebehoeren also groot als
die gelegen is op Bolgrije Inden kerspel van Zidervelt dair boven naist gelant is
Hubert van der Kule ende beneden Wouter Zassen kijnderen ende Heyniam Dircssoin
streckende van die Bolgrijsce kae tot op Boykoper ka toe In sulker mate wanneer
sij ende Joncfrouwe Johan Aernts dochter van Zulen beide doot ende aflivich gewarden
sijn so sellen dan die gasthuysmeisters die dan tertijt sijn ende alle hoir navolgers
die gasthuysmeisters warden ten ewigen dagen van des gasthuys wegen voirscreven
wes dat vanden voirgenoemde lande Jairlix coemt alle Jair geven den rechten armen
luden dies van kenliker nootsaken behoefliken sijn binnen der stat ende lande
van Culenborch het sij aen lingewade / brode / vleysch / scoen / of ander gebreken

die sij hadden uut te reiken die een helft op alre zielen dach ende die ander
helft opten goiden vridach voir of na onbegrepen alst noot is Beheltelick
den gasthuys voirscreven dair vrij gelts sjaers af te behouden een quartier van
enen auden Vranckrijckscen scilt voir hoir onlede Ende der paepliker provende
der kerken van Everdingen een quartier vanden vorigen scilt of payment dair
voir alsmen tot Culenborch van pacht neemt dair af te geven Ende wair t sake
dat men des nijet en dede of hier ergent In versumelic worde so is overdragen
bij consent ons liefs genedigen heren van Culenborch ende bij rade ende goitduncken
den eersamigen Borgermeisteren Scepenen ende rade der stat van Culenborch dat
dat gasthuys voirscreven vervallen is van viertich aude vrankrijckssce scilde payments
voirscreven halff tot behoif der kercken van sente Barbaren tot Culenborch ende die
ander helft tot behoif der kercken van Everdingen Te betalen alst verschijnt
uutgenomen alle argelist Ende om dat dit ten ewigen dagen vast ende stede bliven sal
ende onverbrekelick gehouden warde want uut gotliker mijnnen geschiet is
voir den rechten armen als voir bescreven stait Soe hebben wij Borgermeistere
Scepene ende rade voirscreven bij goitduncken ende ombeden wille den gasthuys
meisteren voirgenoemd onser stat kleyn zegel aen desen brieff gehangen tot eenre
oirkonde Int Jair ons heren dusent vierhondert vive ende viertich des don-
redages na sente Margrieten dach virginis

Regest
15 juli 1445
Engbert Biermand, Lubbert Keye en Gheryt Meliszoon, gasthuismeesters te Culenborch, verklaren dat jonkvrouwe Foyse, weduwe van Gheryt van Killesteyn, aan het gasthuis gegeven heeft een halve hoeve land op Bolgrye in het kerspel Zidervelt, tusschen de Bolgrysce kae en de Boykoper kae, om daarvan de inkomsten aan de armen te deelen, behoudens 1/4 van een oud schild voor het gasthuis en een gelijk 1/4 voor de pastorie te Everdingen, of op straffe van veertig oude schilden bij verzuim, half voor de St. Barbarakerk te Culenborch en half voor die te Everdingen.
[^Van de Ven, regest nr 100]

Copij vanden brieff dat tgasthuys Jairlix sculdich is te geven den rechten armen
luden om gods wil een spijndinge van X scepelen weits opten elfften dach In Julio
Ende Alit wedue Aernt Neuyen heeft begeert datmen desse spijnde Jairlix geven soude op sunte Martijns dach translatio den vierden dach In Julio

Wij Joost van Buren Richter, Cornelis die Man Gerit van Culenborch Hubertssen
Jan Alartssen ende Joost Cornelissen Scepenen to Culenborch orikonden onder onsse segelen
dat voir ons gecomen sijn Koenraet Zuermont ende Joost Geritssen gasthuysmeisteren
In der tijt van onsen gasthuyse binnen Culenborch bekenden van hoeren ende hoeren
nacomelingen gasthuysmeisteren wesen sullen then ewigen dagen dar sij ontfangen
hebben tot behoeff den gasthuijse vurscreven van Alit Wedue Aernt Neyen vier
oude schilden erffrenten sJairs the weten drie oud schelling erffrenten sJairs

Regest 
2 september 1527
Joost van Buren, richter, Cornelis die Man, Gerit van Culenborch Hubertszoon, Jan Alartszoon en Joost Corneliszoon, schepenen te Culenborch, oorkonden, dat Koenraet Zuermont en Joost Geritszoon, gasthuismeesters aldaar, verklaard hebben, ontvangen te hebben van Alit, weduwe van Aernt Neyen, eene rente van vier oude schilden 's jaars, nl. drie oude schilden 's jaars uit een boomgaard onder Redinchem en een oud schild 's jaars van Alit persoonlijk voor een jaarlijksche uitkeering van wittebrood.
[^Van de Ven, regest nr 363]

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen