tot behoeff tgasthuys tot Culenborch voirscreven opgedragen ende overgegeven enen vrijen
eygendom van enen mergen lants soe groot ende kleyn als die gelegen Is Inden
kerspel ende gerechte van Sijdervelt gemeen mitten pastoer van Sijdervelt dair
boven naist gelant Is die jonge Jan Dirckssen ende beneden die kerck van Sijdervelt
welcke mergen lants Coman Gelis hier voirtijts der kercken van sunte Barbaren
voirscreven om godswil gegeven heeft // Ende overmits deser opdrachten vanden tween
parceellen van erve ende lande voirscreven sullen die gasthuysmeisters van wegen
tgasthuys tot Culenborch tevreden sijn mitter kercken van sunte Barbaren
voirscreven aengaende die voirscreven parceellen ende stucken erffs ende lants die die kerck
voirscreven vercoft heeft ende tgasthuys voirscreven mede In gheerfft ende gerechticht was

als voirscreven staet Ende die kerckmeisters voirscreven van wegen den kercken voirscreven
vertegen dair na voirt op dese twe parceellen ende stucken lants voirscreven tot behoeff
des gasthuys voirscreven mit allen rechten als vonnissen onser scepenen wijsden dat
recht was Ende geloeffden den gasthuysmeisters voirscreven tot behoeff des gast-
huys voirscreven dese twe eygendoms vanden lande ende erve voirscreven te waeren Jaer
ende dach ende allen voirkommer ende voirplichten aff te doen als erffcopen recht
Is Inden lande ende Scependom van Culenborch Beheltelick den heere ende enen
ijgelycken sijns rechts sonder alle argelist Gegeven Inden Jair ons heren
dusent vijffhondert twijntich op sunte Huberts dach des heiligen biscops
den derden dach In Novembri

Regest
3 november 1520

Joest van Buren, richter, Koenraet Zuermont, Gerit van Everdingen, Gerit van Dichteren en Joest Geritszoon, schepenen te Culenborch, oorkonden, dat de kerkmeesters van St. Barbara, Dirck van Koten en Roeloff Willemszoon, overgedragen hebben aan den gasthuismeester Jan Jan Beerntszoon twee morgen land in de Corte hoeve aan den Hollen wech en een morgen land in het kerspel Sydervelt in ruil voor vroeger verkochte landerijen, waarin het gasthuis mede gerechtigd was.
[^Van de Ven regest nr 340]

// Dese nabescreven Copij Is vanden brieff dair In die deken ende Capittel heren
van sunte Barbaren kerck binnen Culenborch opgedragen ende overgegeven hebben
den gasthuys tot Culenborch Inden yersten enen halven ouden schilt erffrenten
sJairs uut dardenhalven mergen lants op Lanxmer die Dirck Coppier Scoutenssen
gegeven heeft Ten anderde enen halven ouden schilt erffrenten sJairs uut twe
mergen lants Int Freedstroe die Willem Zuermont gegeven heeft Ten derden
dat dardendeel van dardenhalven ouden schilt erffrenten sJairs uut lande tot Everdingen
dat Jan van Laer ende Geertruydt sijn huysfrou gegeven hebben Ten vierden acht
schillingen erffrenten sJairs uuten gasthuys Ten vijfften soeven butkens erffrenten
sJairs uut Jan Alertssen huys In die Tollenstraet Ende die gasthuysmeisters hebben van
wegen tgasthuys tot Culenborch den deken ende Capittel tot Culenborch opgedragen
ende overgegeven twe oude schilden erffrenten sJairs die tgasthuys voirscreven Jairlix
plach te boeren ende te hebben uut Aernt Ossen hoffstat op Goelberdingen na Inhalt
sbrieffs Ende hier van hebben die deken ende Capittel heren tot Culenborch ende
tgasthuys voirscreven elx enen brieff In manieren nabescreven

Wij Joest van Bueren Richter Gerit van Everdingen Gerit van Dichteren
Dirck van Koten ende Roeloff Willemssen Scepenen tot Culenborch oirkonden onder
onsen segelen dat voir ons quamen heer Wauter de Harde deken tot Culenborch
ende meister Hubert Engbertssen als Camerair des Collegiums ende Capittels van
sunte Barbarenkerck binnen Culenborch mit hoeren voecht ende momber die hoir
mit recht gegeven ende gestedicht worden als recht is droegen op ende gaven
over mit hoeren vrijen wille van wegen des Collegiums ende Capittels der kerck
van sunte Barbaren voirscreven Koenraet Zuermont ende Jan Jan Beerntssen als gasthuys
meisters tot behoeff des gasthuys tot Culenborch desen nabescreven parceellen
erffrenten Jairlix // Inden yersten enen halven ouden schilt erffrenten sJairs
die de deken ende Capittel heren van sunte Barbaren kerck voirscreven Jairlix hadden
ende te boeren plagen uut dardenhalven mergen lants gelegen op Lanxmer die Dirck
Coppier Scoutenssen gegeven heeft dair die kerck van sunte Barbaren ende tgasthuys
voirscreven elx enen mergen lants aen hebben ende die kerck to Lanxmer In die Ny stat enen
halven mergen lants aen heeft // Item Ten anderde enen halven ouden schilt erffrenten

sJairs die de deken ende Capittel heren van sunte Barbaren kerck voirscreven Jairlix hadden
ende te boeren plagen uut twe mergen lants Int Freedstroe die Willem Zuermont
gegeven heeft dair die kerck van sunte Barbaren ende tgasthuys voirscreven elx enen mergen
lants aff toebehoert // Item Ten derden dat dardendeel van dardenhalven
ouden schilt erffrenten sJairs dat de deken ende Capittel heren van sunte Barbaren
kerck voirscreven Jairlix hadden ende te boeren plagen uut lande tot Everdingen dat Jan
van Laer ende Geertruydt sijn huysfrou gegeven hebben ende Gerijken wedue Meus Dirckssen
nu ter tijt bruyct ende toebehoirt Ende tgasthuys voirscreven daer aen heeft een sestendeel
Ende die kerck van sunte Barbaren dair aen heeft een dardendeel ende een sestendeel
Ende mit dese opdracht sullen die kerck van sunte Barbaren ende tgasthuys voirscreven
die dardenhalven ouden schilt erffrenten sJairs voirscreven gelijkelijken heffen ende
boeren elx een helfft ende die deken ende Capittel heren voirscreven en sullen dair nyet meer
aff boeren ten ewigen dagen duerende // Item Ten vierden acht schillingen erffrenten
sJairs die de deken ende Capittel heren voirscreven Jairlix hadden ende te boeren plagen uutten

gasthuys // Item Ten vijfften soeven butkens erffrenten sJairs die de deken ende
Capittel heren voirscreven Jairlix hadden ende te boeren plagen van twijntich butkens die
tgasthuys voirscreven Jairlix heeft ende boert uut Jan Alertssen huys nu ter tijt is staende
In die Tollenstraet Ende die deken ende Camerair voirscreven mit hoeren voicht ende
momber voirscreven van wegen des Collegiums ende Capittels voirscreven vertegen dair na
voirt op die vijff puncten ende parceellen erffrenten voirscreven tot behoeff des
gasthuys tot Culenborch voirscreven mit allen recht als vonnisse onser Scepenen
wijsden dat recht was // Ende dit gedaen wesende ter stont hebben
Koenraet Zuermont ende Jan Jan Beerntssen gasthuysmeisters des gasthuys
binnen Culenborch bij Rade consent goetduncken ende believen des Scholts
Borgermeisteren ende Rade der Stat van Culenborch van wegen des gasthuys
voirscreven opgedragen ende overgegeven heer Wauter de Harde deken tot Culenborch