Wij Clais van Assche Richter inden kerspelen van Everdingen ende van Sidervelt Hubert van Gotbertingen Heyman Boudwijns sone
ende Hubert van Sliterhoven scepenen aldair orkonden onder onse segle dat voir ons quam Gherijt van Beesde ende heeft verwonnen mit
clagelike woirden vijftich aude Vrancrijcsce scilde ende wairt dair mede gepant op Willem Willems sone ende sijn erven an die rechte
helft ende sceidinge van vier stripen lands also als die ghelegen sijn tot Gootbertingen onderdeel mit Geertruut Gelis ende horen
kijnder dair boven naest gelandt is Mauweris Zurmont ende beneden Heilwich vander Lochte Ende hij verboot die voirseyte pant also
dick ende also menichwerf als die scepene wijsden dat recht is so dat an sHeren kuer quam ende die richter van den kuer van sHeren wegen
doe dit gesciet was doe eijgende die richter van sHeren wegen den gasthuys tot Culenborch dit voirseyte pant dit voirseyte gelt den
derden penninc beter ende voir alsulke cost als dair mit recht op gegain is Ende hij verteech dair na op van sHeren wegen tot behoif
des gasthuys voirseyt mit recht dat die scepene wijsden dat recht was Gegeven int Jair ons Heren M cccc drie ende twijntich
op Sente Bonefacius dach pape.

Regest
1423 juni 5
op Sente Bonefacius dach pape

Clais van Assche, richter, Hubert van Gotbertingen, Boudwijns sone en Hubert
van Sliterhoven, schepenen in de kerspelen Everdingen en Sidervelt, oorkonden dat
Gherijt van Beesde gepand heeft aan een stuk land onder Gootbertingen, onderdeel met
Geertruut Gelis, vanwege schuld van Willem Willems sone, waarna de richter dit land
opdroeg aan het gasthuis te Culemborg.

In bruine was de licht beschadigde zegels van de eerste drie oorkonders en het zwaar
beschadigde zegel van de vierde oorkonder.

Afschrift in inv.nr.1262, fol. 15 verso.Gevlekt, zegelstaart van eerste zegel
gescheurd.
afmetingen in mm: 221 x 73

[^van de Ven nr. 47, Hokke nr. 218]