Wij Adriaen de Moelre / ende Johan Willemssoon / Schepenen tot Culenborch / doen condt eenen ijder / dat op
huijden dato onderschreven / voor ons in eijgener persoone gecompareert is / d' Edele Amelis van Lauwick
oudt Borgermeester deser Stadt / als procuratie hebbende van Maria Jans / dochter van Reede / weduwe
van wijlen Lubbert Janssoon van Pallands / volgens d' selve procuratie voor Schout / Borgermeesteren ende
Schepenen der Stadt Utrecht gepasseert / van dato den xvj.^en martij xvj ^c. twintich / onderteijckent
Cor: de Goijer / besegelt met het segel van Utrecht ons gebleecken / Ende heeft getrans=
porteert tot behoeff vande huijsarmen opten Havendijck / een rentebrieff van twee dusent gulden
hooftsoms / spreeckende opte Stadt Culenborch / met alle verloopen vandien / Ende renunchieerden hij
Comparant daer voorts op ten behoeve vanden voorseijde armen / Soo dat hij comparant In qualite alsvoor
daer van ontrechticht ende den voornoemde  armen daer aen gerechticht sijn / ende blijven sullen
als recht Is / Ende is desen rentebrieff aengecocht bijden huijsarmen uutte sestien hondert
gulden bij saliger Henrick Craijvenger gemaeckt / ende hondert vier en tachtich gulden van
Claes Adriaenssoon den armen gemaeckt / Mit noch twee hondert sestien gulden gelost bij
Mattheus Roeloffssoon / sonder arch /. Des t' oirconde / Soo hebben wij Schepenen voornoemt / elcx
onsen zegel hier onder aen gehangen / Inden Jare ons Heeren xvj^c. twee ende dertich / den
xvij.^en Junij /
                                       ...van Diemen secretaris   1633/12

Regest
1632 juni 17

Adriaen de Moelre en Johan Willemssoon, schpenen te Culemborg, oorkonden dat Amelis
van Lauwick, oud burgemeester, als gevolmachtigde van Marie Jans dochter van Reede,
weduwe van wijlen Lubbert Janssoon van Pallands, overgedragen heeft, ten behoeve van
de huisarmen op de Havendijck, een rentebrief ter waarde van 2000 gulden.

In bruine was een fragment van het zegel van de tweede oorkonder.
Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan.
In de tekst worden ook de namen van Henrick Crayvenger zaliger, met betrekking tot 1600 gulden,
Claes Adriaenssoon, met betrekking tot 184 gulden, en Mattheus Roeloffssoon, met betrekking
tot 260 gulden, genoemd.
afmetingen in mm: 275 x 120

[^Hokke nr. 419]