de Meijer /

Wij Huijbert Wijnen, Laurens Hammius,
en Alexander van Grootveld scepenen der stad Cuijlenborg Doen cond dat
voor ons compareerde de Heer Cornelis Hoevenaar in qualite als speciale
gemagtigde van juffrou Geertruijd de Moolre weduwe van Cornelis van Stammen
wonende tot Utregt, volgens Procuratie voor den Notaris Johan Wenning en sekere
getuijgen binnen Utregt op de 20^e junij 1696 gepasseert, ende van Johanna Freser
voor haar selven, instaande en caverende voor Cristina, Adriaan, Barta, Maria,
Carolina, Johannes, en Abraham Freser, alle kinderen en Erfgenamen van
Megteld de Moolre in Egt verwekt bij Joan Freser in leven scout van Camerik, volgens
Procuratie voor den Notaris Joan Adriaan van Munster en getuijgen op den 12^e julij deses
Jaars 1696 alhier gepasseert respective vertoond en gebleken, en door dese getransfigeert
Transporteerde cedeerde droeg op ende gaf over aan ende ten behoeve van den ^{twaalf Huijs}armen alhier,
een geregte darde portie in een capitale somma van Dusend Caroli guldens met den verschenen
intresse van dien sederd den eersten augusti 1696, gekomen van Joost Cornelisz van Dimen Zaliger
staande gevestigd op de stad Cuijlenborg ten Comptoire van den Cameraar inder tijd rentende

ad vijf Percento jaarliks volgens constitutie Briev bij de Heren Magistraat alhier gepasseert
Renuncieerde hij Comparant in Qualite voorschreve daar op voords aan ende ten behoeve van den
Twaalf Huijsarmen, so dat hij Comparant in voornoemde Qualite daar van is ontregtigt, en
meergenoemde Twaalf Huijsarmen alhier daar aan geregtigt sijn en blijven sullen als regt is,
gelovende tvoorschreve getransporteerde tegens enen igelicken te vrijen en waren jaar en dag
als regt is. Bekende het regte equivalent so door intreckinge van een Obligatie de voornoemde
Twaalf Huijsarmen ten laste van des Comparants Principale vader Adriaan de Moolre ter
somme van Twe Honderd gulden en intressen te spreken hadde als door verdere aangetelde
penningen voldaan te sijn, verklaarden hij Here Comparant Borge te constitueren voor de
restitutie van voorscreve ontfangene penningen indien ten enigen tijde namaninge daar over
geschide, sonder arg. T' oirkonde der waarhijd hebben wij Scepenen voornoemd dese elks onsen
Zegele hier onder aan doen hangen en door des secretaris signature bekragtigt, gegeven int jaar
ons Heren sestien honderd en negentig den Tienden December     .

Regest
1696 december 10

Huijbert Wijnen, Laurens Hammius en Alexander van Grootveld, schepen te
Culemborg, oorkonden dat de heer Cornelis Hoevenaar, als gemachtigde van juffrou
Geertruijd de Moolre, weduwe van Cornelis van Stammen, en Johanna Freser en
Cristina, Adriaan, Barta, Maria, Carolina, Johannes en Abraham " alle kinderen en
erfgenamen van Megteld de Moolre in egt verwekt bij Joan Freser " overgedragen
heeft aan en ten behoeve van de 12 huisarmen 1/3 deel van een rentebrief
van 1000 gulden welke ten laste gaat van de stad.

De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.

Cornelis Hoevenaar verklaart dit met behulp van twee procuraties waarvan een
verleend te Utrecht door Notaris Johan Wenning en de ander "alhier" door notaris
Joan Adriaan van Munster.
Insnijding voor de zegelstaart is ingescheurd. Vlekje.
Opgedrukt stadszegel.
afmetingen in mm: 286 x 167

[^Hokke nr. 421]