bestand: 
resultaat: 
0826Archief van het stadsbestuur van Culemborg, 1318 - 1813
1757Vidimus van een rentebrief d.d. 1514 ter grootte van 3 philipsguldens per jaar, gaande uit een huis aan de Tollenstraat te Culemborg en een boomgaard onder Redichem, ten laste van Heynrick Dierckszoon, en van bijbehorende transportbrieven d.d. 1518 en 1532, 1533, 1514 - 1533
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Wij Scholt burgermeisteren schepenen ende Raedt der stadt Culenborch Doen condt ende bekennen midts desen openen vidimuz brieve dat
wij deursien ende gecollacioneert hebben een franchijnen briefken daer noch twee andere franchijnen briefkenz aen getransfixeert
waeren gants ende gave ongecancelleert ofte geruseert In als besegelt mit zoeven groene zegelen van schepenen van Culenborch
Deen in date xvc. veerthien op Sint Martiuz avont dandere In date duysent vyfhondert ende achtien den achten dach In Junio ende
Den derden In date duysent vijfhondert ende tweendertich opten xx.en septembriz . welcke drie briefkenz hier nae van woerde
te woirde bescreven volgen . Wij Wolter Geridtszoon ende Heijnrick van Kuyck schepenen tot Culenborch Oirconde onder onsse zegele
Dat voor onz quam Heijnrick Diercks zoon als sackholt ende borge geloiffden Dierck van Cothen vyff ende veertich Philippuz gulden
ofte die weerde die hij ende zijn erven onderhouden moegen op haer huys aen die Tollestraet op haer bongaert ende alle hoer guet
om drie der selver Philippuz gulden tsjaers to Renth vrijts gelts . te betaelen Jaerlicx Martini Inden wijnter Daer nuu Martini
anno etceteravyfthien die eerste Renth van omcomen ende verschynen sall ende zoe voort aen van Jaer tho Jaer Geschieden
dese betalinge Jaerlicxs nyet ten dage voorseijt zoe moegen Dierck van Cothen off zijn erven dat uuytpanden aen alle goets reede

ende onreede alz Heijnrick Diercks zoon of zijn erven Inder tijt hebben alsmen pacht ende vrye Renth gewoonlick Is te panden mit
zulcker vorwaerden dat Heijnrick Dierckz zoon off zijn erven dese voirseijde Renth tot euwigen dagen afflossen vryen ende quyten moegen
opten termijnen voorseijt mit vyf ende veertich Philippuz gulden of die weerde hoeftgelts ende mitter verschenen pacht sonder alle argelist
Gegeven Inden Jaer ons liefs Heeren duysent vyfhondert veerthien op Sunte Martynz avont .    Wij Oth van Beesdt Coenraet
Zuermont Beernt Roelofs zoon schepenen tot Culenborch oirconden onder onse zegelen dat voor onz quam Dierck van Cothen Droech op ende
gaff over den Rentmeister Gerit van Dichteren tot behoef des edelen onsen lieven heeren van Montingni van Culenborch etcetera zijnen Edelheren
erven ende nacomelingen alsulcken drie Philippuz gulden Jaerlicxe losrenthen als Dierck voorseijt hadde opten huyse erve ende alle
goets van Heijnrick Diercks zoon ende zijnen erven nae Inhout ende uuyt wysen vanden originael brief daer desen transfixbrief
deursteken ende besegelt Is Welcken brief voorseijt Dierck van Cothen voorseijt ter stont mede opdroech ende gaf over Bekennende
dat hij daer geen recht meer aen en hadde noch en behielde sonder alle argelist Gegeven Inden Jaere onz liefs heeren duysent
vyfhondert ende achtien opden achsten dach In Junio ./    Wij Heijnrick van Kuyck ende Aerdt de Man Corneliz zoon schepenen tot Culenborch
Oirconden onder onsse zegelen dat voor onz quam Henrick Diercks zoon bekenden ende lyden midts desen Alsoe hij aen Dierck van Cothen

hier voortijts bij eenen Rentbrief geloift heeft de somme van drie Philippuz gulden tsjaerz waeraff die hooftsomme bedraecht
vyf ende veertich der voorseijde Philippuz gulden die den voorseijde Dierck van Cothen den Rentmeister Gerit van Dichteren In behouf onz
genedigen lieven heeren van Culenborch . etcetera voorts getransporteert ende overgegeven heeft gaende uuyt Heijnricks voorseijt huyse Inde
Tollestraet zijnre boomgaerden op Redinchem ende alle zijn goet nae Inhalt der brieven daer af zijnde Soe stelt die
voorseijde Heijnrick daer noch toe tot eenen bypande ende meerder seeckerheit zijnen bongaerdt erfpachtz op Redinchem tusschen
Huych Sterck ende Jan Egberts zoon off wie daer allomme naest geerft Is Daer aen Indient noot zij die hoeftsomme ende verschenen
Renthen te verhaelen ende vorderen alz gewoonlicken ende recht is sonder argelist Gegeven Inden Jaere onz Heeren duysent
vyfhondert twe ende dertich opten xx.en septembriz ./ Ende want wij scholt burgermeisteren schepenen ende Raedt voornoemt die
voirseijde drie briefkenz wel deursien ende gecollacioneert hebben . Soe hebben wij diez tot eenen oirconde onse stadt segel twelck
wij gesamentlicken gebruijcken hier onder aen desen vidimuz brieve doen hangen Approberende ende oick die signature bij onsen secretaris
tonsen bevele dies mede teenen oirconde hier onder gestelt opten vx.en septembriz Int jaer ons liefs Heeren duijsent vijffhondert
drie ende dertich.
                                                        Oth Splinters  secretaris

Regest
1533 september 15

Schout, burgemeesters, schepenen en raad van de stad Culemborg geven vidimus van de
brieven d.d. 1514 november 10, waarin Wolter Geridtszoon en Heijnrick van Kuyck
oorkonden dat Heijnrick Diercks zoon toegezegd heeft aan Dierick van Cothen een rente van
drie Philips gulden per jaar uit zijn huis in de Tollestraet, en d.d. 1518 juni 8, waarin Oth van Beesdt,
Coenraet Zuermont en Beernt Roelofs zoon oorkonden dat Dierck van Cothen deze rente
overgedragen heeft aan rentmeester Gerit van Dichteren, en d.d. 1532 september 20, waarin
Heijnrick van Kuyck en Aerdt de Man Cornelis zoon oorkonden dat Henrick Diercks zoon voor deze
rente nog een boomgaard onder Redinchem als onderpand stelt.

In groene was het zwaar beschadigde stadszegel.

Ondertekend door de secretaris Oth Splinters  
Kleine gaatjes links.
afmetingen in mm: 357 x 204

[^van de Ven nr. 396, 318, 329, 389, Hokke nr 434]

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen