Wij Staas Van Bijstervelt en Arien Van Dalen Schepenen in den Edelen
en Hoogen Geregte van Zuijlichem / tuijgen dat voor ons gecompareert sijn / Jan van der Meijden en Jenneke
van der Salm Echteluijden / Jacob van der Meijden voor sig selve en sig mede sterk makende voor sijn Broeder Adriaan
van der Meijden / Jacob Pluijm en Jacoba van der Meijden Echteluijden / Jacob van der Lee als Vader en Vooght van zijne
onmondige kinderen bij Huijbertje van der Meijden in Echte verwekt / Cateleijn van der Meijden als Moeder en Voog=
desse van haare onmondige kinderen in Echte verwekt bij Peter Tonisse Coijman en Gerit Grandia en Neesken
van der Meijden Echteluijden / Item Gijsbertje van der Meijden / en hebben voor eene somma van een honderd en twintig
gulden waar van sij Comparanten bekenden voldaan en betaald te sijn / gecedeert en getransporteert aan
Ghijsbertje van der Meijden Onse mede Zuster in eenen eijgendom Erffelijk te hebben en te besitten
twee mergen Weijland agter de wetering in de Heerlijkheijd Brakel geleegen / alwaar ten Oosten naast geland de
voorseide Comparanten / West den Heer van Brakel / Zuijden de Heer de Hoog  / Noorden Emmeke van der Meijden voorseit ofte
wie etc. Sijnde het voorseide Land / Dijk / Thijns en Erffpagt Vrij / uijtgenoomen den gemeijnen Lands Dijk / gelovende Zij
Comparanten het voorseide Land te suijveren van alle lasten die geset en gemaand sijn / en waarschap ten Land=
regten . In oirconde onze Letteren gegeven int jaar Onses Heeren duijsend seven honderd vijff en veertig den twee en twintigste Meij.
                                            C:Verzijl  Secretaris

[^Linker zijkant]
Gemunieert met Zegel van agt stuijver.