Wij Johan de Vael, ende Peter Eewaltssen, Scepenen in Zalboemel, Doen kond ende tuijgen onder onse
Segelen, dat ten dage onderschreven voor ons persoonlick gecompareert is, Quirijn de Cocq, Secretaris /
Ende heeft gelooft Balthus Henrixsen Wiltvanck, den Inhout vant nu volgende Contracht, luijdende aldus /
Ten dage ende op condicien onderschreven, so sijn Meester Isaac van Doorn ter eenre, ende Balthus Henrixsen Backer,
ter andere sijde, met malcanderen ter vruntscap verdragen ende geaccordeert in presentie vande onder-
geschreven persoonen, als dat Balthus Hanrixsen voornoemt, tot allen tijden, ende sijne erven ende naecomelingen,
nu ende ten eewigendagen, sonder eenich becroijens van yemant, sal mogen timmeren in de
muijren van Meester Isaac voernoemt, In valle so daer yetwes vande voerseijde muijre mocht gebroocken worden.
die daer inne mochte coomen te timmeren, sal den selven wederom op sijns selfs costen laeten maec=
ken, ende repareeren: Item off het quamp te gebeuren, dat Balthus voernoemt, off sijne erven, ende nae=

comelingen wilden timmeren in die voerseijde muijre, als se nu tegenwoordich staet, so is Meester Isaac van
Doorne voernoemt gehouden, sijne Goote, tot sijnen voordeel, op te neemen, ende voorts eene Goote
met malcanderen te leggen, ende met malcanderen ten eewigen dagen te onderhouden, ende 't water
te halden, ijeder op sijn eijgen erff vande voerseijde Goote. actum deesen negenden novembris, anno xvj^c.
veertich. Sijnde onderteeckent, Isaac van Doorn Chirurgijn. Balthus Hendricxen Wiltvanck, Dierck
Janssen, Henderick Loeff van Balgoijen, Henrick Adams, Jan Claessen. Dit merckt [een teken] heeft Michiel Janssen
gestelt, Jan Cornelissen Proever:/ t'allen tijden, vast, steedich, ende onverbreeckelick van weerden te sullen
houden, ende te achtervolgen. In oirconde onser letteren gegeven int jaer onses Heeren sestienhon=
dert ende sevenenveertich, den veertienden dach des maent Meij. ~.
                             [Ondertekend]