Inden name der heijlijger drivoudicheijt Amen / Wij Henrick de Renze / Jan Joost Gerrijts zoon Jan Cnobbout / Jan Willems zoen Smit / ende Gijsbert Coenen / als vrunden arbijteren
ende dedincxluijden van wegen Sebastiaen Roelofs zoon als hantdagige des ongelucx ende nederslachs ( Godt betert) aenden persoon van Jan Roelofs zoon zijnen broeder geperpeteert
te eenre Ende Oth van Elst / ende Anthoenis Cool als vrunden arbijteren ende dedincxluijden van wegen Jan Damens zoon / ende Antoenis Cornelis zoon als voichden haerluijder huijsvrouwen
ende erfgenaemen vanden voirnoemde Jan Roelofs zoon [zal] diens ziele Godt ontbarme ter andere zijden / Doen condt ende bekennen mits desen openen compromisse ende zoonbrieve alsoe
pertijen mit huere vrunden des ongelucx ende nederslachs (Godt betert) eens seggens ende uuijtsprake aen ons verbleven ende verpeent hebben bij eenre peene van vijftich
Rosen Nobelen tot allen penen rechte Onder welcke pene pertijen voirnoemt hem gegeven hebben ende bij hanttastinge van Jan Joosten voorgenoemt als geswooren deser stadt

Culenborch afgenomen Is / Dat wij Keersluijden voirnoemt ter eeren Goidts [die] vrunde ende magen tot beteringe eendrachtelicken uuijtgesproken verdedingt ende verclaert
hebben uuijtspreken ende verclaren mits desen Eerst ende voer alle een vrij vaste zoone tusschen pertijen voirschreven ende allen hoeren vrunden ende magen ten beijden
zijden / ten welick geduijrende voer geboeren / ongeboeren / voer uuijtlandigen ^Inlandigen ende voer alle den geenen die zij ten beijden zijden mit Recht ende sonder arch bezoenen
moegen streckende dese zoone soe verre die sonne op ende onder gaet / geduijrende soe lange als gras uuijter aerde gaet / loff uuijten boomen spruijt / die zee over
zant gaet / ende eijke Inden eerden staet / dat Is eeuwelick / ende sonder eijnde / Soe Is In tracteren van dese saecke nae voele ende diversche Redene die ter weder
zijden gevallen zijn verclaert alsdat den voirschreven Sebastiaen Roelofs zoon handadigen gehouden zijn sal den voirnoemde nedergeslagene In Sunte Barbaren kercke alhier binnen Culenborch

te doen overluijden ende voirts Inder selver kercke voer sacrament te doen brengen een half pont waskeersen ende sal noch daer en bovens gehouden zijn der erfgenaemen vanden voirnoemde
nedergeslagene te betaelen ende verhantreijcken eens vier mudde Roggen / Te weeten twee der selver mudde tusschen dit ende drie weeken eerstvolgende ende dan den twee
gelijcke mudde Kersmisse daer aen volgende In desen Jegenwoirden Jare vijf ende tsestich / oft veertien stuver voer elcke schepel der selver leste twee mudde Roggen
Wardt oick noch ondersproken ende bevorwaert dat den hantdadigen de erfgenaemen ende voorts alle die vrunden schouwen ende wijcken sal In herbergen / scuijten / puncte / moelens
barbierhuijsen ende anders daer hij Int geselschap vanden selve comen mochte bij de pene voirnoemt / Hier mede sullen pertien mit alle hoeren vrunden ende magen volcomelicken
ten eeuwigen dagen verzoont weesen ende blijven sonder wrake hieromme te doen / doen doen oft geschieden laeten / Voorts geviel In dese zoone (daer Godt voerzijt)

enich twist oft geschil bij onverstant duijsterheijt ofte anders / halden wij Keersluijden voirschreven altijt tot onse verclaringe sonder eenige zoone dair mede te verbreken
Ende oft eenich vanden voirnoemde Keersluijden voirnoemde gebraeck oft nud[l]er tijt overleden waere soe sal men vande zijde daer tgebreck waer (soe verre pertien aen wiens zijde tgebreck
Is [inns]verstant te solveren over haer niet nemen en wolden / anderen nemen Inde plaetse / Allet bij der peenen voirnoemt sonder arch Ende want parthijen voirnoemt voer huer
ende hoere erven Inde zoone ende uuijtsprake voirschreven Aldus geaccordeert ende belieft hebben / Soe hebben wij Henrick de Renze / Jan Joosten / ende Anthoenis Cool voirnoemt
voer ons selven / ende mede voer onse andere mede Keersluijden ten beijden zijden soe zijluijden voer deser tijt geen zegelen hebben / elcx onsen zegel thaerder begeerte
hier aengehangen / Inden Jare ons heren duijsent vijfhondert vijf ende tsestich opden xi ^en dach maij.

Regest
1565 mei 11
Zoenbrief voor 50 rosenobelen voor de doodslag op Jan Roelofsz gepleegd door zijn broer Sebastiaen voor 50 rosenobelen.

Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.

Beschadigd in de rechterbovenhoek. enkele kleine roestvlekken.

Afmetingen in mm: 332 x 199