Wij Wolter Geritssoen Richter In deser saken / Gerit van Dichteren / Koenraet Zuermont / Beernt Roeloffssoen ende Joest Geritssoen Schepenen tot
Culenborch oirkonden onder onsen segelen dat voir ons quamen Dirck die Hueschs Janssoen ende Marij sijn echte huysfrou mit hoeren gecoren
voecht ende momber die hoir gegeven ende gestedicht wort als recht Is droegen op ende gaven over Gosen Jan Beerntssoen soen als kerckmeister
der kercken van Sunte Barbaren binnen Culenborch / ende Gerit Koel als potmeister des Pots tot Culenborch In rechter testamente voir
hoir / hoeren kijnderen / ende hoirre beider ouders zielen / tot behoeff der kercken van Sunte Barbaren ende den rechten huysarmen Inden
Pot tot Culenborch voirseyt dardenhalven schilt lossrenten sJairs van hoir lossrente die sij Jairlix hebben op ons stat van
Culenborch ende aenbestorven sijn van Jan die Hueschs Dircks voirseyder vader na uutwijsinge sbrieffs die sij dair aff van ons stat
voirseyt hebben Te verstaen dat ons kerck van Sunte Barbaren ende die Pot voirseyt Jairlix elx van die dardenhalven ouden schilden lossrenten

voirseyt heffen boeren ende ontfangen sullen vijff quartier schilts Ende dair van sullen sij elx alle Jair der Broederscap vanden Weerden
Heilige Sacrament In Sunte Barbaren kerck voirseyt uutreyken ende geven een halff pont was tegens dat hoichtijt ende dach vanden Weerden
Heilige Sacrament omme dat te verlichten / ende dat sullen sij Jairlix also uutreyken ende geven also lange als Dirck die Hueschs ende Marij
sijn huysfrou voirseyt Inden leven sijn Ende na hoirre beider doot sal ons kerck van Sunte Barbaren ende die Pot voirseyt elx van die dardenhalven
ouden schilt lossrenten voirseyt Jairlix der Broederscap vanden Weerden Heiligen Sacrament voirseyt uutreyken ende geven een quartier schilts
maict enen halven ouden schilt Jairlix te vollest Gods dienst strecken ende waslicht voir dat Weerde Heilige Sacrament te barnen /
Bij alsoe tot wat tijden hier namails die dardenhalven ouden schilt lossrenten sJairs voirseyt affgelost worden sullen die kerckmeisters
ende pormeisters ende procuratoirs der Broederscap voirseyt Inder tijt die penningen dair van als dan wederom beleggen tot behoeff
der geenre als voirseyt staet uut huys off erve also verre als die penningen verstrecken mogen elx na advenant als dat behoert
sonder alle argelist Gegeven Inden Jair ons Heren dusent vijffhondert twijntich opten anderden dach In Januario

Regest
1520 februari 7
opten anderden dach in Januario

Wolter Geritssoen, richter in deze zaak, Gerit van Dichteren, Koenraet Zuermont, Beernt
Roeloffssoen en Joest Geritssoen, schepenen te Culemborg, oorkonden dat Dirck die Hueschs
Janssoen en Marij zijn vrouw bij testament overgedragen hebben aan Gosen Jan
Beerntssoen zoon, kerkmeester van de St. Barbaren kerk, en Gerit Koel, pothmeester te
Culemborg, een rente van twee en halve schild per jaar ten laste van de stad Culemborg.
Voor deze rente moeten zij de Heiligen Sacraments Broederschap in staat stellen kaarsen voor het
Heilige Sacrament te doen branden.

De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.

Afschrift in inv. nr. 1452, fol. 36.
afmetingen in mm: 236 x 126

[^van de Ven nr. 332, Hokke nr. 350]