Wij Abraham van Eijck ende Liebrecht Meerhouts Scepenen tot Culenborch doen
condt eenen ijder dat op huijden date onderschreven voor ons In eijgener persoon erschenen Is
Willem Janszoon den ouden als sackholt ende borge gelooffden Jan Verlaer pothmeester Ghijsbert
de Man ende Dirck Sas medehulpers / tot behoeff vanden armen Poth voorseijt ses gulden
vijff stuvers Jaerlicx / uuijt sijn huijseren ende erven staende ende gelegen aende Santstraet
tusschen Willem Corneliszoon aen deen ende de erffgenamen van Gerrit Janszoon van Cauwenhoven
 aen dander sijde / ende voorts uuijt alles goets reede ende onreede erffelickelossrenten
vrijs gelts te betalen Jaerlicx ende alle Jaer / op maij dach / daer maij dach anno vxj^c. acht
ende twintich het eerste Jaer renten van omcomen ende verschijnen sall / Ende soo voorts

van Jaer tot Jaer / geschiede dese betalinge Jaerlicx ten dage voorseijt niet / soo mach men
dat uuijt panden aen den onderpande voorseijt / ende voorts aen alles goets / rede ende onrede /
als men pacht ende vrij renten gewoonlicken Is te panden / Inden Scependom van Culenborch /
Beheltelicken dat hij Comparant dese renten altijts sal mogen afflossen met hondert gulden
hooftsoms / ende mette verschenen ende onbetaelde renten / Ende sijn dese penningen de
Poth hergecomen / door afflossinge van deser Stadt Culenborch van gelijcke hondert gulden
van Jan de Visser / Toirconde hebben wij Scepenen voornoemt elcx onsen zegel hier onder
aen gehangen Inden Jare ons Heeren xvj^c. Seven ende twintich den eersten maij./
                               Dominus Cor. van Diemen
secretaris         1607

Regest
1627 mei 1

Abraham van Eijck en Liebrecht Meerhouts, schepenen te Culemborg, oorkonden dat
Willem Jansz den ouden toegezegd heeft aan de pothmeester Jan Verlaer en zijn
'medehulpers" Ghijbert de Man en Dirck Sas, ten behoeve van de Poth een rente van zes
gulden en vijf stuivers per jaar, afkomstig uit zijn huis aan de Santstraet, welk huis gelegen
is tussen willem Corneliszoon en de erfgenamen van Gerrit Janszoon van Cauwenhoven.

In bruine was het licht beschadigde zegel van de eerste oorkonder en het zwaar
beschadigde zegel van de tweede oorkonder.

Ondertekend door de secretaris Cor. van Diemen.
afmetingen in mm 250 x 128

[^Hokke nr. 371]