bestand: 
resultaat: 
0826Archief van het stadsbestuur van Culemborg, 1318 - 1813
1768Vidimus van een akte d.d. 1532, waarbij de Pothmeesters een eeuwigdurende Mis van Requiem voor Dirck die Heusch en zijn vrouw Marie in de kapel van het St. Elisabethgasthuis stichten en de vicaris daarvoor een jaarlijkse rente toekennen, 1532 - 1533
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Wy Scholt burgermeysteren schepenen ende Raedt der stadt van Culenborch Doen Condt ende bekennen midtsdesen openen vidimuz brieve dat wy deursien ende gecollacioneert
hebben een franchynen brief ganz ende gave ongecancelleert ofte geraseert bezegelt mit twee groene zegelen In date den xxiij.en septembriz Int Jaer xvc. ende
tweendedertich houdende van woirde te woirde alz hier nae bescreven volcht .  Wy Heynrick van Kuyck ende Aerdt de Man Corneliz zoon schepenen tot Culenborch
Oirconden onder onse zegelen dat voor ons quamen Meyster Jan Hackert priester Rutger Pouwelz zoon ende Heynrick Aerntz zoon als potmeysterz Inder tijt van wegen de
huysarmen Inden Poth binnen Culenborch bekenden ende lyden midtsdesen voor hem ende hoeren nacomelingen ontfangen te hebben vanden erfgenamen van selige Dierck
die Heusch Marie zijnre echte huysvrouwe nae Inhalt ende vermoegen hoere testamentbrief die somme van hondert oudt schilde welcke penningen dese
potmeisterz . voirtz bekeert ende beleyt hebben In behouf den rechten huysarmen Inden Poth voorseyt waer voor die vurseyde potmeisterz navolgende desen testamente voorseyt
wederomme geloift hebben ende geloven midtsdesen te fonderen ende beleggen een euwige erfmisse van Requiem te doen Inder Capelle van Sint Elisabets gasthuyz opten
Havendyck binnen Culenborch welcke misse den vicariuz der selver capelle gehouden sal wesen te doen off doen celebreren opten woonsdach In elcker weecken voor
die ziele van Dierck de Heusch ende Marie zijn echte huysvrouwe voorseyt Ende omme dese voirseyde missen alle weecken op woonsdach voorseyt onderhalden ende gedaen

te warden Soe hebben dese voorseyde potmeisterz den Cappellaen der zelver vicarien bedienende Jaerlicxs ende alle Jaer geassigueert ende beweesen assigueren ende
bewysen midtsdesen de somme van Drie golde Koirvorster Rijnsche gulden van gewichten tsJaerz of die gerechte weerde daer voor uuyt die rechte halff scheidinge
van acht margen Landtz zoe groot ende cleyn alz die mit allen hoeren rechten ende toebehoeren gelegen zijn op Lancxmer daer die vicarie van Onser Liever Vrouwen
Altaer Inder collegiael kercken van Sinthe Barbaren binnen Culenborch die wederhelft af toebehoirt ende voort uuijt alle des Poths goederen rede ende onrede
alz zij nuu tertijt hebben ofte noch naemaelz vercrygen zullen moegen erflicker Renthen vryz gelts . te betaelen Jaerlicxs deen helft op Sinte Martyns dage Inden wynter
ende dander helft op Sinte Peters dach ad Cathedram daer naestvolgende daer nuu Martini anno xvc. drieendedertich deen helftende Petri ad Cathedram daer
naestvolgende anno xvc. vierendedertich dander helft vanden yersten pacht af omcomen ende verschijnen sal . ende zoe voortaen van Jaer to Jaer . tot euwigen
dagen geduerende . Geschiede dese betalinge Jaerlicxs nyet ten dage ende op termynen voorseyt Soe mach die vicariuz Inder tijt dat doen ende laten uuijt panden aenden
half scheydinge der halve hoeve Landts voorseyt ende aen alle des Poths voorseyde goederen alsmen pacht ende vrye Renth gewoonlicken Is te panden Inden schependom
van Culenborch beheltelicken dat die potmeisterz Inder tyt ende hoeren nacomelingen dese voorseyde erfrenthe nuu ende ten euwigen dagen van desen onderpande voorseyt

af doen ende op andere erf ende goet Inden Lande van Culenborch wederomme beleggen ende vestigen zullen moegen daer den Cappellaen der vicarien voorseyt
by goetduncken vanden heere van Culenborch ende dez vollen gerichts genoechsaem aen gehalden ende mede bewaert sal weesen sonder argelist . Gegeven Inden
Jaere onz Heeren duijsent vc. xxxij opten xxiij.en septembris Ende want wij scholt burgemeesteren schepen ende Raedt der stadt van Culenborch voornoemt den voirseijde
brief wel deursien ende gecollationeert hebbende Soe hebben wij dies tot eenen oirkonde onse stadt segel twelck wij gesamentlick gebruijcken hier onder
aen dese vidimus brieve doen hangen . Approberende oick die signature bij onsen secretaris t onsen bevele hier onder gestelt opten ix.en septembris Int Jaer 
ons liefs Heeren duijsent vijfhondert ende drieendertich
                       Oth Splinters   secretaris

Regest
1533 september 9

Schout, burgemeesters, schepenen en raad van de stad Culemborg geven vidimus van           
de brief d.d. 1532 september 23 waarin Heynrick van Kuyck en Aerdt de Man Corneliz zoon,
schepenen, oorkonden dat Mr. Jan Hackert, priester, Rutger Pouwelz zoon en          
Heynrick Aerntz zoon als pothmeesters verklaard hebben ontvangen te hebben van de          
erfgenamen van Dierck die Heusch en Marie, zijn vrouw,100 oude schilden waarvoor            
zij een eeuwig durende mis van requiem stichten in de kapel van het St. Elisabethgasthuis
met een rente van 3 Rijnse gulden per jaar afkomstig uit de helft van 8 morgen land
te Lancxmer als beloning voor de vicaris.

In groene was het beschadigde stadszegel.

Oorspronkelijk regest nr. 397, 390

Klein gaatje links midden.
afmetingen in mm: 414 x 163

[^van de Ven nr. 390, 397, Hokke nr. 459]



Gebruik CTRL + scroll om te scrollen