Ic Heinric (Hemric) van Huesden lije ende bekenne als dat mij die eerbair stede van Culenboerch wel
woldaen ende betailt heeft als van vier gouden Rijns gulden siaers die Alijt Tijman Cluetijncx dochter
mijn huuswrou heeft Tot hoirren lijve Welke vier Rijns gulden voirscreven hem verschenen die een
helfte te Korsmijs ende die ander helfte Sint Jans mijs Inden somer Inden Jaer van xvc.
ende twee ende dese renten voirscreven heeft mij die Rentmeijster Aernt Wijenck betailt ende hier
van so schelde Ic Heinric van Huesden die eerbair stede van Culenboerch claerlijcke qwijt
van desen termijn ende van allen verleden termijnen In kennisse der wairheijt so heb ic
Heinric van Huesden dese quijtansij besegelt mijt mijns selffs segel gegeven int jaer ons heren dusent
vijff hondert ende drij VIden dach inde meerte
Regest
150(3) maart 6
Heinric van Huesden verklaart ontvangen te hebben van de stad Culemborg vier gouden
rijnse guldens, de lijfrente van zijn vrouw Alijt Tijman Cluetincx dochter, laatst
verschenen op Sint Jans "mijs in den somer 1502".
In groene was het zwaar beschadigde opgedrukte zegel van de oorkonder.
regest nr. 271
Op papier. In de datering is het laatste cijfer van het jaartal weggelaten.
afmetingen in mm: 261 x 98
[^van de Ven nr. 271, Hokke nr. 91]