Wy Joost van Buren Richter / Gerit van Everdingen Gerit van Dichteren Dirck van Cothen ende Roeloff Willemssoon Scepenen
tot Culenborch oirkonden onder onsse segelen dat voer ons quamen Jan ende Peter van Doeyenborch gebruederen droigen
op ende gaven over Jan Vreem Geritssoon als kerckmeyster van Sinte Barbaren kerck bynnen Culenborch In behouff onsser
kercken vurscreven enen vryen eygendom van die Rechte vijff deelen van zess mergen lants so groot ende kleyn als die
mit eggen mit eynden ende alle hoeren Rechten toebehoeren gelegen syn op Prys Ende dair Joffrou Lysbeth van Doeyenborch
Gosen van Kuycx wedue dat ander seste deel aff toebehoert gemengder vooren mitten vijffdeelen vanden lande
vurscreven boven naistgelant dat gasthuys tot Culenborch beneden die Edele ons lieve heere van Culenborch etcetera
Ende sy vertegen daert voert op tot behouff onsser kercken vurscreven mit allen Recht als vonnisse onsser Scepenen
wysden dat Recht was sonder alle argelist Gegeven Inden Jair ons lieffs Heeren dusent vijffhondert eenendetwintich
op woensdach altera Lamberti
Regest
1521 september 18
op Woensdach altera Lamberti
Joost van Buren, richter, Gerit van Everdingen, Gerit van Dichteren, Dirck van Cothen
en Roeloff Willemssoon, schepenen, oorkonden dat de broers Jan en Peter van Doeyenborch
overgedragen hebben aan Jan Vreem Geritssoon, als kerkmeester van St. Barbarenkerk,
vijfzesde deel van zes morgen land op Prijs.
De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
afmetingen in mm: 287 x 93
[^van de Ven nr. 343, Hokke nr. 113]