Wij Dirck Coppier ende Jan die Vysscher scepenen tot Culemburgh / Oerconde onder onsen zegelen dat voer
ons quamen Wermbout Geritsoon ende Aernt die Greeff as een Rechte erve Katherine synre zuster
Wermbouts vurscreven huysfrou droegen [op] ende gaven over Jan Jan Beerntsoon als een kerckmeyster onser
kercken van Sunte Berbaren binnen Culemburgh tot behoeff onser kercken vurscreven Alsulcke drie
Rynsche gulden Jaerliker ewiger erffrenthen uut eenre hofstat ende bongert dair desen brieff aff
spreeckt mit alle conditien ende vorwarden inden selven brieve begrepen ende Wermbout Geritsoon
aencomen ende bestorven is overmits dode Claes Geritsoon syns brueders dair dese onsen brieve mit
eenen transffixe doergesteken ende besegelt is ende vertegen dair voert op mit allen Recht
tot behoeff onser kercken vurscreven as Recht was sonder argelist  Gegeven int Jair ons lieffs Heeren
dusent vyffhondert sess opten achten dach in octobry

Regest
1506 oktober 8

Dirck Coppier en Jan die Vysscher, schepenen te Culemborg, oorkonden dat Wermbout
Geritsoon en Aernt die Greeff als erfgenamen van Katherine zijn zus en Werbouts vrouw,
overgedragen hebben aan Jan Jan Beerntsoon, kerkmeester, ten behoeve van de St.
Berbarenkerk een rente van 3 rijnse gulden per jaar uit de hofstede, zoals die genoemd
wordt in de aangehechte brief.

De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.

Transfix, gestoken door oorkonde d.d. 1478 februari 8.
afmetingen in mm: 245 x 80

[^van de Ven nr. 287, Hokke nr. 133]