Wij Elysabeth Vrouwe tot Culenborch ten Weerde tot Borsselle Hoichstraten etcetera Doen kondt ende bekennen mitz desen openen
brieve voir ons onssen erven ende naekomelingen Heeren offte Vrouwen tot Culenborch Alsoo Gijsbert van Doern Korstgenssoon voir
onssen schoenbrueder ende lieven zwagere Johan Heere to Pallant to Wiltenburch to Withem etcetera Doir siin lieffden stadthelder
Dirck van Kooten oirkonde mannen van leene opgedragen ende overgegeven heefft Johan Buth tot behoeff den Rechten huysarmen
des Pots ende sHeiligen Gheestes tot Culenborch een stuck heerlix guets soo dat mit eggen mit eynden ende alle sijnen rechten toebe=
hoeren gelegen is over die Meer Inden lande van Bueren behoudeliken hem ende Anthonia sijnre echter huysfrouwen hoirre beyder
alinge lijfftocht dair aen tot allen tochten rechte gelijck die leenbrieff ons schoenbrueders ende lieven zwagers dair op verleent
mit allen bepalinge ende vorwarden wijder vermelt Soe men dan dat selve heerlijke guet van onssen Hove to Culenborch to

leene halt Ind wij des Hoff ende Vrouwe sijn des alsoo Inder opdrachten niet bedacht en is Sijn wij nyettomyn der op
drachten ende transspoirts In deser saken waill te vreden Consenteren confirmeren ende vestigen alle dat tselve dair aff voir
onssen schoenbrueder ende lieven zwager tot sustentatie der huyssarmen vurseyt gedaen is In alre manieren offt voir onsse eygenen
persone geschiet wair Ind beloven dat vast stede bondich ende van weerden te onderhouden ende doen onderhouden sonder enich
wederseggen Behoudelijken van allen anderen onssen leenen totten Hove to Culenborch behoerende onsse recht ende manscaph sonder
arch In oirkonde van desen overmits gebreck onssen groten segell ten saken van onssen leenen hebn wij onssen secreet
segell bij onssen gewoentlick hantscrifft beneden aen desen openen brieve doen hangen Gegeven Inden Jair ons lieffs Heeren
Dusent vijffhondert Acht opten twintichsten dach In octobrij
            Elisabeth van Culenborch

Regest
1508 oktober 20

Elysabeth vrouwe tot Culenborch verklaart goed te keuren de belening van Johan Buth
door haar zwager Johan heer tot Pallant, ten behoeve van de Poth en de Heilige Gheest te
Culemborg, met een stuk heerlijk goed gelegen over die Meer in het land van Buren. De
belening geschiedt na opdracht door Gijsbert van Doern Korstgenssoon.

In rode was een fragment van het secreetzegel van de oorkonder.

Ondertekend door Elisabeth van Culenborch. Afschrift in inv. nr. 1452. fol. 14 verso.
Grote vochtvlekken.
afmetingen in mm: 273 x 126

[^van de Ven nr. 299, Hokke nr. 344]