Ick Goesen vander Lauwick Drost tot Bueren ende slants van Bueren doe Cond  ende bekennen mit desen apenen brieff dat voir mij gecomen Is
Roloff van Beest Geritsoen Richter der derpen tot Malsen ende Tricht Inden Lande van Bueren ende heft mij Drost op sijnen eet over gegicht dat voir hem
ende voir Dirck Berntsoen ende Claes Fredericksoen als Scepenen der derpen vorseijt gecomen sijn tot Culenborch daer die schout van Culenborch ons die eeren
gost ende gunde van sheren wegen Cornelis Janssoen Henrick Janssoen Peter Janssoen gebrueders / ende Nell Hilligen Marij Anna Kunera als naegelaten
kijnderen van salige Jan Peterssoen ende Anthonia sijn echte huijsfrouwe / dese voirgemelte gesusteren hueren brueder Cornelis voerseijt van haer hem mitten
monde gekoeren tot haeren voicht ende momber ende vanden Richter voirseijt hem mitter hant daer toe gegeven als oerdel ende vonnisse wij scepenen
voirseijt wijsden dat recht was hebben gesamentlicken opgedragen end overgegeven mit haeren vrijen moetwil ende met Rijpen raede wail voir
bedacht voir haer ende haren erven Kersten Dirckxsoen tot behoeff tgasthuijs bijnnen Culenborch enen vrijen eijgendom van enen Camp

lantz omtrent groet derdenhalven mergen lantz soe groet ende cleijn die gelegen is In die Gheren inden gericht van Buerenmalsen / boven naest
gelant die Grave van Bueren etcetera beneden Jan Petersoen erven voirseijt / ende dat eijnde aen die Blijnde stege / ende aen dat ander eijnde Jan Maechgerissoen ............................
offte wie dair mit Recht naest gelant is  Ende dese voerseijde gebruederen ende gesusteren als erffgenamen zelige Jan Petersoen ende Anthonia echte
luijden geweest sijnde hebben gesamelicken op ditvoirseijte erve vertegen mit hand halm ende met monde als oirdel ende vonnisse wij scepenen voerseijt
wijsden dat recht was / dat dese voerseijte erffgenamen ende haeren erven vanden voerseijte erve onterfft ende ontrechticht bijnnen ende dair gheen vorder
Recht noch toeseggens voirt meer aen en hebben noch en behalden enijgerwijs Ende dat Kersten Dirckxsoen voirseijt tot behoeff des gasthuijs

bijnnen Culenborch voirseijt daer aen gheerfft ende gherechticht bijnnen vrij vast ende stede mitten Lantrecht Voirt soe geloven dese gebruederen ende
gesusteren voirseijt als principael saeckwouden / ende om der meerder vestenheijt wil soe gelove Wij Cornelis Janssoen ende Henrick Jansoen gebrue=
ders voir ons ende onsen erven ende naecoemelijngen dat gasthuijs bijnnen Culenborch voirseijt desen Camp lantz als voir bepaelt staet te vrijen
ende te waren erfflick ende ewelick voir een vrij eijgen erve dijck vrij tijns vrij ende erffpacht vrij voir alle die genen die des ten Rechten comen
off staen willen / ende alle voircommer ende voirplicht daer van aff te doen / als erffcoep Recht is Inden lande van Bueren Ende geloeffden daer
mede op te doen vertijen voirseijt alle die gene die dair mit Recht op schuldich sijn te vertijen / ende allet voirseijt sonder Argelist In oirkonde
der wairheijt soe heb Ick Goesen van der Lauwick Drost voirseijt ende wij scepenen voergenoemt onse segelen beneden aen desen apenen brief gehangen
Gegeven inden Jaer ons Heren dusentvijfhondert ende een ende veertich opten soeven ende twijntichste dach septembris

Regest
1541 september 27

Goesen vander Lauwick, drost van Bueren, oorkondt dat Roloff van Beest Geritsoen, richter in de
dorpen Malsen en Tricht, verklaard heeft dat voor hem en voor de schepenen Dirck Berntsoen en
Claes Fredericksoen door de erfgenamen van Jan Peterssoen en diens vrouw
Anthonia is overgedragen aan Kersten Dirckxsoen, ten behoeve van het gasthuis in
Culemborg, een kamp land in die Gheren in het gericht van Buerenmalsen, waar boven
naatsgeland is de Graaf van Bueren en beneden Jan Petersoen erven.

In groene was de zegels van de beide schepenen en het zwaar geschonden zegel van de oorkonder.
De erfgenamen zijn de broers Cornelis Janssoen, Henrick Janssoen, Peter Janssoen en Nell,
Hilligen, Marij, Anna en Kunera.
Transfix, hier aangehecht de brief d.d. 1541 oktober 10 ( zie regest430, zie ook volgnr. 268).
afmetingen in mm: 268 x 134

[^van de Ven nr. 429, Hokke nr. 267]