Wy Sweder van Esschensteyn Rychter / Dyrck Coppier / Symon die Haen / Henrick Aert Danyelssoen soen / ende
Gysbert van Dichteren Scepene tot Culenborch Oirconden onder onse Segelen dat voir ons quam
Alijt Jan Claessoen wedwe myt hoeren voecht die hoer myt recht gegeven wart / droich op ende gaff over
Henryck Zuermont tot behoiff des gasthuys bynnen Culenborch / enen ouden Franckryckschen schilt sJaers
erfflicker Renten off payment dierre weerden / ten ewigen dagen te boeren uut een huyss ende hofstat
also als dat gelegen Is aen die Goelberdinger strait / tusschen tgasthuys aen die een side ende Dyrck
Andriessoen die Ryger huyss aen die ander side / te betalen alle Jaer opten Helligen NyenJaers dach / dede
sy off hoer erven des nyet so mochtment altijt rychten aenden selven huse ende hofstat voirseyt off aenden
gereetsten goede der geenre panden die daer nu to gerechticht syn / off namails mogen werden /
ende dat ter stont vercopen offt myt allen recht verwonnen weer / Beheltelick den heer ende
een ygelick sijns rechtz / Gegeven Int Jaer ons Heren dusent vyerhondert vyerendetachtich
den anderen dach In Januario

Regest
1484 januari 2
den anderen dach in Januario

Sweder van Esschensteyn, richter, Dyrck Coppier, Symon die Haen, Henrick Aert
Danyelssoen soen en Gysbert van Dichteren, schepenen te Culemborg, oorkonden dat Alijt
weduwe van Jan Claessoen, overgedragen heeft aan Henryck Zuermont, ten behoeve van het
gasthuis te Culemborg, een rente van één oud schilt per jaar afkomstig uit een huis in de
Goelberdingerstrait. Dit huis is gelegen tussen het gasthuis en het huis van Dyrck
Andriessoen die Ryger.

In groene was het zegel van de tweede oorkonder en de licht beschadigde zegels van
de overige oorkonders.

Afschrift in inv. nr. 1262, fol. 32.
afmetingen in mm: 230 x 94

[^van de Ven nr. 20, Hokke nr. 290]