De oudste schriftelijk overgeleverde stadsrechten dateren van 13 december 1315, waarbij graaf Reinald I van Gelre de "villa" tot "oppidum" verhief. De tekst daarvan is overgeleverd in een vidimus uit 1321, gemaakt door de deken van het kapittel van de St.-Maartenskerk in Zaltbommel. * Die stadsrechten zijn ook vastgelegd, bekrachtigd en uitgebreid op 19 oktober 1316 toen dezelfde graaf Reinald in de zogenaamde "Eening" de landrechten van de inwoners van de Bommeler- en Tielerwaard verenigde met de stadsrechten van Zaltbommel uit 1315. *
Zaltbommel heeft van ouds met het haar omringende gebied van de Bommelerwaard en dat van de overzijde van de Waal gelegen Tielerwaard een bijzondere eenheid gevormd. Het betrof twee afzonderlijke ambten, maar het ambtmanschap vormde een personele unie.
Het (administratieve, politieke, financiële) bestuur van de stad berustte bij de magistraat, bestaande uit de leden van de schepenbank, aangevuld met enkele raadslieden. Uit hun midden werden jaarlijks twee burgemeesters aangesteld.