0437 Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838
0437
Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838
Inleiding
1.5. Verhouding ten aanzien van het college van de Hoge Lekkedijk
0437 Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838
1. Inleiding
1.5.
Verhouding ten aanzien van het college van de Hoge Lekkedijk
laatste wijziging 11-03-2013
In 1825 ging het college van gecommitteerdens dieper in op de vraag wat haar relatie was tot het college van de Hoge Lekkedijk, waarbij men ver in de geschiedenis terugging. Het college van de Hoge Lekkedijk van Beusichem en Zoelmond was een instelling die behoorde bij de heerlijkheid van Beusichem in de tijd dat de graven van Buren aangeduid werden als de heren van Buren en Beusichem. Toen Buren verheven werd tot een graafschap werden Beusichem en Zoelmond met de overige dorpen in dat graafschap gebracht onder een bestuur, toen bekend onder de benaming van Gecommitteerden ter Policie en financiën 's lands van Buuren. Dit bestuur kreeg ondermeer als taak het oppertoezicht over alle dijken en waterwerken. Het dijkscollege van de hoge Lekkendijk te Beusichem was van 'oudtijds geconstitueerd' geweest uit de tijdelijke drossaard onder de benaming van dijkgraaf, het lid uit het College van Gecommitteerdens dat vanwege Beusichem en Zoelmond zitting had en de schout van de plaats met de buurmeesters uit de polder. De werkzaamheden onder de benaming van het Collegie van den Hogen Lekkendijk bestonden uit het surveilleren van den spoorslag van de dijk en het houden van dijklegers, zodra de voor die dijk liggende Koornkade - die nagenoeg dezelfde hoogte als de Lekdijk bezat - in gevaar dreigde te komen. Deze dijklegering werd door het college van gecomitteerdens dadelijk overgenomen bij het onderwater komen de landen tussen de Koornkade en de dijk gelegen. Dit vanwege de onzekerheid voor groter gevaar voor het achterliggende gebied en om dat het college van gecomitteerdens, als vertegenwoordigende de gezamenlijk geërfden 's lands van Buren, kon beschikken over de gemenelandskas en dus over eventueel benodigde gelden voor te treffen maatregelen.
Men was dan ook van mening dat het dijkcollegie van de Hoge Lekkendijk ondergeschikt was aan het college van gecommitteerdens aan en de leden zich hiervan moesten schikken naar de opdrachten van het gemelde college van gecommitteerdens zodra deze zich op de Lekdijk bevonden en de beheersing van het dijkscollege hadden overgenomen. Dit verklaarde ook het ontbreken van een dijkreglement. Het wachthuis en dijkmagazijn met alle materialen behoorde toe aan het college van gecommitteerdens, dat zonder tussenkomst van het dijkscollege van de hoge Lekkedijk, de aanbesteding van al het rijshout, noodstuiken en dijkmaterialen deed en betaalde. De leden van het dijkscollege genoten ook geen salaris uit de gemeenlandskas en ontvingen slechts vacaties bij dijklegering. De Gecommitteerde van Beusichem en Zoelmond genoot een hoger tractement dan de overige gecommitteerden daar hij belast was met de inspectie van de Koornkade, met name bij hoog water.
Uitgaande van het besluit van de Raad en Rekeningen van de Prins van Oranje uit 1786 zou het Hoge Lekdijkscollege zijn opgeheven en de taken ondergebracht bij de gecommitteerden. Tot in 1838 trad echter het dijkscollege zelfstandig op? In 1825 ontkende het college van gecommiteerden echter nog het bestaan van de functie van dijkgraaf.
laatste wijziging 23-12-2020
447 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 136 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 23-12-2020
447 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 136 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1592) 1633-1838
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
6,50
Opmerkingen:
Verklaring van overbrenging in toegang 0040, dossiernummer 424 'stukken betreffende dienstverlening aan het Waterschap 2003-2007'.
Categorie:
laatste wijziging 23-12-2020
447 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 136 bestanden