Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van de Rooms-Katholieke parochie Onze Lieve Vrouw Ge...

2103 Archief van de Rooms-Katholieke parochie Onze Lieve Vrouw Geboorte te Gellicum, 1470 - 1981

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2103   Archief van de Rooms-Katholieke parochie Onze Lieve Vrouw Geboorte te Gellicum, 1470 - 1981
Toelichting
Dit archief bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel is in 1994 overgebracht naar het toenmalige Streekarchivariaat West-Betuwe (nu Regionaal Archief Rivierenland). Het tweede gedeelte is in ???? verworven via de heer P. van Mook.
De stukken verworven via de heer Van Mook zouden afkomstig zijn van de overleden Gellicumse pastoor J.P.J. Broekman. De stukken zouden in 1970 terecht zijn gekomen in het Augustijner klooster te Eindhoven. In 1996 werden zij overgedragen aan pastoor Godding van de parochie Lingestreek. De materiële staat laat zeer te wensen over als gevolg van vocht- en schimmelschade en muizenvraat. Daar waar nodig is gebruik gemaakt van het rechterlijk archief van de baronie Acquoy om de ontbrekende tekstgedeelten in te vullen. De aanvulling heeft een omvang van 0,25 strekkende meter
laatste wijziging 09-03-2022
164 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 84 bestanden
Inventaris
2.1. Archief van de pastoor
2.2. R.K. Kerk-, Arm- en Schoolbestuur te Gellicum
2.3. Stukken verworven via de heer P. van Mook
60 Schuldbrief van Adolph hertog van Gelre voor Wolter Tengnagell Sanderssoin gehuwd met Claes van Hynnopp, 1470
61 Kroniek van het geslacht van Van Arkel, [1500] i
62 Leenbrief waarbij Floris van Egmond als heer van Acquoy, Aelbert Storm Diericz beleende met de erftijns rustende op het gebied waar het Hoge Huis en voorburcht stond en de daarom heen lopende singel met bijbehorende vrijheden van tienden, beestencijns, schattingen en dergelijke, verder de boomgaard, het duifhuis, rietplecksken en de steenoven tegen een jaarlijkse betaling op Sint Peter ad cathedram van zestien gouden Hollandse Philippusguldens, daarboven gelegen onze heer met de Sluyscampen en noordwaarts veertien hond, vierenhalve morgen en drieënhalve morgen land en beneden westwaarts de Nieuwsteeg en zuidwaarts de Lingedijk waarbij bepaald werd dat de plaats waar de rosmolen van de heer stond onbezwaard bleef, 1520
63 Akte van transport voor Jan Laurenss en Lambert Janss van Schendel, schepenen van Asperen, waarbij Rutger van Boetzeler, vrijbaanheer te Asperen etc. en zijn echtgenote Agnes van Baillieul in erfkoop hebben verkocht aan Philips van Marnix het erf gelegen in Acquoy waarop hun huis had gestaan met hof, boomgaard, bepotingen en land, 1591
64 Leenbrief waarbij Gerlich van der Capel, raad en stadhouder van de lenen van het Furstendoms Gelre en het Graafschap Zutphen, Gobel de Groot beleende met twee lenen te verheergewaden met een pond goed geld. Het eerste leen bestond uit dertien morgen een hond op de Beemden, naast gelegen de Karthuizers van St. Geertruidenberg en Adrian Ottendochter van Haeften, een morgen land genaamd In den Aller en vierenhalve morgen daarboven naast Arnt Vossen erfgenamen en beneden de kerk van Gellicum, alle goederen gelegen in het gerecht van Gellicum. Het tweede leen bestond uit twee kampen land naast elkaar gelegen in het gerecht van Delwijnen groot ongever negen morgen, ten oosten Evert van Doorn, ten westen Joost Turcken erfgenamen en ten noorden Adrian van Beest van Renoij, strekkende met een einde ten zuiden op de Drielse Weteringsval; op de achterzijde staat vermeld dat Peter de Groot zijn broer als leenman opvolgde, 1615
65 Overeenkomst in 1613 gesloten tussen de Staten van het Furstendom Gelre en het Graafschap Zutphen enerzijds en Maria van Oranje, weduwe Van Hohenlo anderzijds betreffende het genot en vruchtgebruik van de tiendblokken de Hoochweij, de Cruiskamp en de Omloop, alle gelegen in de heerlijkheid van Acquoy; afschrift, 1623
66 Leenbrief waarbij Frederick Hendrick, prins van Oranje, instemde dat de voor Cornelis Dimmer, drossaard van het Graafschap Leerdam, verschenen Lysken Gijsbers, weduwe van Willem Jansen, tijdens zijn leven schout van Meerkerk, bijgestaan door Oth Jansen van Acquoy, haar zwager en voogd, voor zichzelf en als moeder en oom van de achtergebleven kinderen Geertien, Segerm Gijsbertien en Grieten Willems, namens Jan en Maria Willems en Evert Willems voor haarzelf en Lambert Thomass als echtgenoot en voogd over Ariaentien Willems, de erftijns rustende op het gebied waar het Hoge Huis en voorburcht stond en de daarom heen lopende singel, met bijbehorende vrijheden en tienden, beestencijns, schattingen en dergelijke, tegen een jaarlijkse betaling op Sint Peter ad cathedram van zestien gouden Hollandse Philippusguldens, overdroeg aan Wijnant Arienden van de Graft, 1629
2103 Archief van de Rooms-Katholieke parochie Onze Lieve Vrouw Geboorte te Gellicum, 1470 - 1981
2. Inventaris
2.3. Stukken verworven via de heer P. van Mook
66
Leenbrief waarbij Frederick Hendrick, prins van Oranje, instemde dat de voor Cornelis Dimmer, drossaard van het Graafschap Leerdam, verschenen Lysken Gijsbers, weduwe van Willem Jansen, tijdens zijn leven schout van Meerkerk, bijgestaan door Oth Jansen van Acquoy, haar zwager en voogd, voor zichzelf en als moeder en oom van de achtergebleven kinderen Geertien, Segerm Gijsbertien en Grieten Willems, namens Jan en Maria Willems en Evert Willems voor haarzelf en Lambert Thomass als echtgenoot en voogd over Ariaentien Willems, de erftijns rustende op het gebied waar het Hoge Huis en voorburcht stond en de daarom heen lopende singel, met bijbehorende vrijheden en tienden, beestencijns, schattingen en dergelijke, tegen een jaarlijkse betaling op Sint Peter ad cathedram van zestien gouden Hollandse Philippusguldens, overdroeg aan Wijnant Arienden van de Graft, 1629
Datering:
1629
NB:
Zegel ontbreekt
Omvang:
1 stuk
laatste wijziging 08-03-2022
67 Leenbrief waarbij Wilhelm, prins van Oranje, instemde dat de voor jonker Adriaen van Naeldwijck, drossaard van het graafschap Leerdam, verschenen Maeijcken Henrica van Buren Gijsbers, weduwe van Wijnandt van de Gracht Ariensen, bijgestaan door Jan van Wevelinckhoven, haar voogd, overdroeg aan Jan Antonissen van Wevelinckhoven, gehuwd met haar dochterm de erftijns rustende op het gebied waar het Hoge Huis en voorburcht stond en de daarom heen lopende singel, met bijbehorende vrijheden van tienden, beestencijns, schattingen en dergelijke, tegen een jaarlijkse betaling op Sint Peter ad cathedram van zestien gouden Hollandse Philippusguldens, 1649
68 Akte van transport door Adriaan van der Hoete aan Bastiaan Hendrix voor ƒ 200 twee morgen land gelegen onder Acquoy genaamd het Vette Landt, vrij allodiaal goed, boven naast geland de erfgenamen van de schout van Acquoy en beneden Willem Rijcken en twee morgen vijf hond gelegen onder Acquoy met de voet gestoten, het grootste deel elenroerig aan de graaf van Leerdam, boven de koning-stadhouder Willem III en beneden Jan Gelofsz, 1696
69 Akte van schenking voor Crijn Claesen en Arien van Amijden, schepenen te Rhenoy, juffrouw Johanna Maria de Ruijter te Rhenoy van een huizinge met grond staande en gelegen in de boogaard genaamd den donkeren Hoek aan Hendrik Johan de Ruijter, ten oosten en zuiden Hendrik Johan de Ruijter, ten westen Crijn Jacobsen erven en ten noorden de gemene straat, 17..
70 Akte van transport voor Crijn Claesse Mol en Floris Haen, schepen te Rhenoy, waarbij het echtpaar Otto van Beest van Rhenoij en Elisabet de Ruijter een erf land, ten oosten, zuiden en westen de comparanten en ten noorden de gemene straat, voor ƒ 20 overdroegen aan Johanna Maria de Ruijter, 1706
71 Akte van transport voor Alexander van Houten en Teunis Willems, schepenen te Acquoy waarbij Gijsbert Willemsen twee morgen weiland, gelegen op het Hogeveld van Acquoy, genaamd de Kijsserskamp, boven Cornelis Maijk en beneden Johan van Zijl, overdroeg aan Lambert Gerritsen Drooglever, 1713
72 Akte van transport voor Sibertus van Nievelt, schout en Alexander van Houten en ... Petersen, schepenen te Acquoy, waarbij Herbert Reijcken van Weijck man en voogd van Dirckje Willems, bovendien Willemina Jans, weduwe van Floris Willemsen, bijgestaan door haar halve zwager Herbert van Weijck, als gekozen voogd van haar onmondige kinderen als voor Judigh Willems, onnozele dochter van het overleden echtpaar Willem Evertsen en Grietje Floris, allen erfgenamen van de overleden Willem Evertsen, voor een morgen bouwland gelegen onder Acquoy, ten noorden Albert de Bruijn, ten zuiden de weduwe van Jan Albertsen, ten oosten de gemene veldweg en ten wsten de Hoge Lingedijk, belast met honderd daalders ten behoeve van Jantje Peijle, weduwe van Aert Jansen Greijns en twee morgen weiland, gelegen onder Acquoy, belast met een schepel koren ten behoeve van de gasthuisarmen, overdragen aan Johan Balthasar van Wevelinchoven en Henderick Constantius van Wevelinchoven, 1714
73 Akte van transport voor Herman van Varssevelt en Teunis van Amerongen, schepenen te Acquoy, waarbij Gerrit Drooglever als voogd over de onmondige kinderen van zijn overleden broer [Lambert?], Gijsbert en Metje Drooglever, Albert en Jetje Drooglever en Metje van der Leede voor vierhonderd carolus guldens twee morgen weiland genaamd de Kijsserskamp, gelegen op het Hogeveld van Acquoy, boven de baron van Acquoy en beneden de advocaat Can Zijl overdroegen aan Dirrick Cornelissen, 1721
74 Leenbrief waarbij de raden en rekenmeesters van de koning van Groot-Brittannië Jan Aart van Dongen beleenden met acht hond gelegen in de baronie van Acquoy, boven de koning en beneden Aart Willems van Dongen, te verheergewaden met een pond goed geld; in 1735 werd het leen door Cornelis van Dongen namens zijn broer Jan met de 'ledige' hand verheven, 1722
75 Leenbrief waarbij Wilhelm Hendrik baron Pieck van Brakel en Zoelen, ambtman van het ambt van Beesd en Rhenoy, oorkondde dat voor stadhouder Jacob van Zuylen, Lijntje Dirkse van Rhode, echtgenote van Jacobus de Bruyn, beleend was met twee morgen, genaamd de Molencamp, gelegen onder Rhenoy, ten oosten ,,, Cornelis Clase, ten westen Gerrit van Rhode, ten zuiden Gijsbert Ge...ijn ten noorden de leenheer, te ontvangen na 'dadelijke afgank' van Elke Cornelisse, dochter van Cornelis Otten, te verheergewaden met een pond goed geld, 1736
76 Akte van transport voor Gerrit Bartensz van Hoeflaken en Hermen Jansz van Steyn, schepenen te Acquoy, waarbij Gijsbers Willemsz van Acquoy voor ƒ 35 een vijfde deel van 9 1/2 hond bouwland door hem geërfd van Gijsbert Evertsz van Acquoy, bestaande uit drie akkers, waarvan twee gelegen op de Houwentrouw en de derde op de Kruyskamp, boven Arien Jansz de Swart en beneden de weduwe van Evert Aertsz van Roon en Willem Otten Hakkert, overdroeg aan Jacobus de Bruyn, 1737
77 Leenbrief waarbij Willem Carel Hendrik Friso, prins van Oranje, te verheergewaden met een jaarlijkse betaling van een pond, Jacobus Jans de Bruyn beleende met een morgen twee hond gelegen onder Acquoy in de Kershove, boven de prins van Oranje en beneden Aart Willemse van Dongen, 1739
78 Akte van transport voor Willem Cornelisz de Swart en Hendrik van Varssevelt, schepenen te Acquoy, waarbij Jan van den Dungen voor ƒ 58 en twee gulden wijnkoop, vier hond bouwland met grienden, gelegen op de Wulffse Campen, daarenboven Jacobys de Bruyn en beneden Aelbert Willemsz van Wijck, overdroeg aan Dirk Cornelisz van Rooden, 1741
79 Akte van transport voor Alexander van Houten en Cornelis Willemsen, schepenen te Acquoy, waarbij Willemeij Verhagen, weduwe van Floris Willemsen, met haar zwager Geijsbert Willemsen, de 'rechte' vijfde in 10 1/2 hond gelegen op 't Hoog, overdroegen aan Dirck Cornelissen, 1746
80 Fragment uit een kroniek van het geslacht van Van Arkel betreffende de zeven-negende heren in de 12 eeuw, [18e eeuw]
81 Leenbrief waarbij Willem V Jan Jacobsen de Bruyn beleende met een morgen twee hond gelegen in de baronie van Acquoy in de Donkershoeven, boven Willem V en beneden Aart Willemse van Dongen, 1751
83 Conditie en voorwaarden van de openbare verkoping door de erfgenamen van J.B. van Wevelingshoven op 14 september 1756 voor schout en schepenen te Acquoy van het huis en hofstede, vanouds genaamd 't Huys te Acquoy en nogens elf percelen grond; afschrift in tweevoud, 1756
84 Verklaring opgesteld door J.A. van Westrenen en F.J. van Westrenen, executeurs van de ouderlijke boedel en verwinhebbers van de onderleenhofstad met Molskamp te Rhenoy, voor dato van de aanvang bezeten door Jacobus Constantinus van Zutphen, enig erfgenaam van Jacob van Zutphen, dat voor de leengriffier mr. S. Rink. Vrijn Dirkse de Jong, leenman van Molskamp en Crijn van Gameren, leenman van het Furstendom Gelre en het Graafschap Zutphen, Willem de Bruijn verscheen die verklaarde dat gelet op de redemptie vanwege het verzuim voor de verheffing met lege hand, het overlijden van zijn ouders Jacobus de Bruijn en Seijntje Dirkse van Rhode en het overlijden van de leenheer Jacob van Zutphen, hij beleend was met twee morgen genaamd Molenkamp, ten oosten de homine Cornelis Claassen, ten westen Gerrit van Rhoden, ten zuiden Gijsbert Romijn en ten noorden de leenheer, leenroerig aan de onderleenhofstad met Molskamp te Rhenoy, 1773
85 Brief van J. van Maaren te Utrecht, waarbij zij op 8 februari aan haar neef en nicht schreef dat haar broer was overleden, 1778
86 Conditie en voorwaarden van de verkoop door Arnoldus de Bruyn, wonende op Mariënwaard, voor ƒ 300 twee morgen weiland genaamde de Keijserskamp, gelegen op het Hoogveld, boven de baron en beneden de erfgenamen van Hendrik van Zeijl, aan zijn broer Jan de Bruyn te Acquoy, 1780
87 Leenbrief waarbij de leengriffier S. Rink, H.J. Rink, leenman van de graaf van Culemborg en J. Clock, leenman van de huize en heerlijkheid met de Aldenhaag te Zoelen namens J.A. en F.J. van Westrenen, executeurs van de ouderlijke boedel en verwinhebbers van de onderleen hofstad met Molskamp te Rhenoy, voor dato van de aanvang bezeten door Jacobus Constantinus van Zutphen, enig erfgenaam van Jacob van Zutphen, Anthony Janse de Bruyn beleenden met de twee morgen, genaamd de Molenkamp, gelegen te Rhenoy, ten oosten Cornelis Clasen, ten westen Gerrit van Roden, ten zuiden Gijsbert Romijn en ten noorden de leenheer, door hem aangekocht voor ƒ 800 van Willem de Bruyn te Mariënwaard, 1782
88 Omslag of verschotboek van de baronie Acquoy over 1782, 1783
89 Akte van transport voor Johannes Henrikus Needt en Hermanus van Varssevelt, schepenen te Acquoy, waarbij Willem Bullee en Cornelis de Bruyn als gemachtigde van de erfgenamen van Pieter Ariense de Swart en Cornelis Janse Ooms, gehuwd met Lijnke de Swart, voro zichzelf en verder Maria van Rooden, weduwe van Dirk Rochussen van Leeuwen en Grietien van Rooden, weduwe van Johannes de Zeeuw, voor ƒ 220 twee morgen weiland genaamd Keijsers Kamp, gelegen op het Hoogveld onder Acquoy, boven de weduwe van [of de weduwnaar?] Wouter van Varssevelt en beneden Adrianus Diepenhorst, overdroegen aan Jan de Bruyn, 1784
90 Staat en inventaris van de inboedel van de op 29 augustus 1785 te Utrecht overleden Johanna Maria van Maaren, 1785
91 Rekening van inkomsten en uitgaven gedaan door doctor Herbert Jan Bosch als executeur van het testament van de op 29 augustus 1785 te Utrecht overleden Johanna Maria van Maaren, 1786
92 Akte van transport voor Jan Hendrik Knijf, Willem Bullen en Hermanus van Varssevelt, schout en schepenen te Acquoy, waarbij Cornelis van Koolwijk, weduwnaar van Catharina van Wijk, na ten gunste van zijn dochter Maria Catharina afstand van zijn rechten te hebbenj gedaan, namens haar voor ƒ 1.146 en ƒ 08:05:00 aanwijnkoop drie morgen weialnd, gelegen op het Hoogveld onder Acquoy, genaamd de Koeyweij, boven Evert Verhaak en de baron van Acquoy en beneden Huijbert de Bie, Paulus Droogleever en Pieter en Heijlken Ijzerman, overdroeg aan Jan de Bruyn, 1787
93 Akte van transport voor Jan Hendrik Knijff, Willem Bullee en Hermanus van Varssevelt, schout en schepenen te Acquoy, waarbij Maria Swank, weduwe van Hendrik van Varssevelt, wonende te Leerdam, voor ƒ 150,- de helft van een griend buitendijks gelegen onder Acquoy, genaamd 's Heerengriend, erfpachtgoed van de baron van Acquoy met een jaarlijkse erfpacht van ƒ 13:02:08 overdroeg aan Jan Vermeulen, 1788
94 Akte van transport voor Willem Hendrik Bulle en Wouter van Varssevelt, schepenen te Acquoy waarbij Neeltje van Naeme, weduwe van Christiaen Groenwoudt voor ƒ 566 anderhalve morgen weiland gelegen op het Hoogveld onder Acquoy, boven Cornelis Claas en beneden Rijk van Wijk, overdroeg aan Lijntje van Hoef[f]laken, echtgenote van Rijk van Wijk, 1743
95 Akte van transport voor Gerrit van Limburg en Hendrik Klerk, schepenen en Mattheus van de Griend, provisioneel secretaris te Acqouy, waarbij Jan van Sluyters namens zich zelf en voor zijn vrouw Judith Bullee voor ƒ 1.100 een morgen drie hond weiland gelegen op het Hoogveld onder Acquoy, genaamd Quadenaart, boven Mattheus van de Griend en beneden Arie Grijns en vijf hond bouwland gelegen op het Hoogveld onder Acquoy in de Bangraaf, genaamd Houwen trouw, boven naast geland de weduwe Aart van Rooden en beneden Willem Bullee, 1795
96 Memorie waarbij aan de hand van archiefonderzoek werd aangetoond dat het graafschap Leerdam, de heerlijkheid Schoonrewoerd en de baronie Acquoy nooit deel hadden uitgemaakt van de provincie Holland, 1796
97 Inventaris van de getaxeerde goederen in de kerk te Gellicum aanwezig, 1798
98 Leenbrief waarbij de leengriffier S. Rink, F. Bos leenman van de onderleenhofstad met Molskamp te Rhenoy en J. van de Zande, leenman van het huize Rhenoy namens Dirk, leenheer van de onderleenhofstad met Molskamp te Rhenoy, Anthony de Bruyn, in plaats van zijn vader Jan, beleenden met de helft van drie morgen gelegen in het Laagveld te Rhenoy, belend ten oosten Herbert Rijken, ten westen Claas Willemse, ten zuiden Floris ... en ten noorden Krijn de Jong; de wederhelft was in leen aan Herbert Rijken gegeven, 1789
99 Plan van schikking tussen de kerkgenootschappen in Rhenoy betreffende de roerende en onroerende eigendommen, 1799
100-117 Rekeningen van inkomsten en uitgaven van de R.K. parochie te Gellicum over 1800-1817, 1801-1819
118 Machtiging door Mijnikus van Aalst te Gellicum verleend aan Willem Jz. de Bruijn om namens hem in de kerk te Gellicum het afhoren van de kerkenrekening en alle andere bijeenkomsten bij te wonen en te handelen naar goeddunken, 1804
119 Notulen van de vergadering op 8 mei door de leden van de R.K. parochie te Gellicum waarbij besloten werd tot de aankoop van een perceel bestemd voor en de bouw van een pastoriehuis, 1804
120 Notulen van de vergadering op 8 december door de leden van de R.K. parochie te Gellicum waarbij besloten werd de gerechtelijke procedure tegen de afgetreden kerkmeester Jan Tukker voort te zetten, 1807
121 Opgave gedaan door de R.K. parochie te Gellicum aan de assessor Verheull betreffende het bezit aan onroerende goederen en effecten en de inkomsten en uitgaven in de periode 1808-1808, [1808]
122 Verklaring van de landbode van de Tielerwaard namens Hendrik Elsen, voormalige pastoor te Gellicum, G. van Dijken en W. Versteegh, bijzondere gecommitteerden van de R.K. parochie te Gellicum en W. Versteegh en Johannes van Acquooij, kerkmeester van de R.K. parochie te Gellicum, de akte van verborging op hun appel te hebben overhandigd aan A.J. Sloot, secretaris van de Hoge Rechtbank te Deil, 1810
123 Akte van verpachting voor notaris van Lith te Rumpt door kerkmeesters Jan van Acquoij en Antonij van Wijk van percelen wei- en hooiland toebehorende aan de R.K. parochie van Gellicum, 1812
124 Obligatie gepasseerd voor notaris Cornelis van Lith te Rumpt waarbij Jan van Acquoij en Anthonij van Wijk, kerkmeester van de R.K. parochie te Gellicum, verklaarden het bedrag groot ƒ 800 schuldig te zijn aan Rijk van Gijtenbeek; met aantekeningen van rentebetalingen 1815-1821, 1814
125 Staat van de jaarlijkse inkomsten en uitgaven van de R.K. parochie te Gellicum over de peridoe 1811-1815, 1815
126 Brief van A. Otten, pastoor te Gellicum, gericht aan het Vredegerecht te Geldermalsen waarbij hij zijn handelwijze toelichtte betreffende het aan Van Gerven niet toe te staan een graf in de kerk te laten graven alvorens een eigendomsbewijs te kunnen overleggen en zijn moeder in afwachting van definitieve besluitvorming op het kerkhof te begraven, 1818
127 Obligatie gepasseerd voor notaris Petrus Henricus Fenema te 's-Hertogenbosch waarbij Jan Hendrikse Tukker, Floris van Dijck, Antonij van Wijk en Jan van Acquoij, kerkmeesters van de R.K. parochie te Gellicum verklaarden het bedrag groot ƒ 3.000 schuldig te zijn aan Wilhelmus Josephus Spens
128 Verklaring van de tijdelijke kerkmeesters van de R.K. kerk te Gellicum van de tijdelijke armmmeesters vand e R.K. kerk te Gellicum de som van ƒ 500 te hebben ontvangen afkomstig uit het legaat van A. van Helden, heer van Gellicum enw aarbij toegezegd werd jaarlijks ƒ 25,- aan de armmeesters uit te betalen ten behoeve van de armen of wanneer de omstandigheden daar naar waren de bewuste ƒ 500,- aan de armmeesters terug te geven, 1822
129 Contract waarbij de R.K. parochie te Rhenoy het jaarlijkse onderhoud aan het orgel had aanbesteed aan de orgelmakers Chr. Stulting en Maarschalkerweerd te Utrecht, 1842
130 Bewijs van royement van hypothecaire inschrijving van de obligatie ten gunste van W.J. Spens ten laste van de R.K. parochie in 1820 afgesloten, 1847
131 Akte van verkoop voor notaris L.J.B.C. van Kessel te Rumpt door Floris Rosenboom voor zichzelf en zijn minderjarige kinderen Lambertus Johannes, Elisabeth Theodora en Maria Walthera en namens Hendrik Onne, Lambertus Rosenboom. Hermanus Rosenboom, Antonie Johannes Kunkeler gehuwd met Maria Rosenboom, Jan van Gemert als voogd over de minderjarige kinderen en Derk van Dijk het perceel bouwland gelegen in de podler Gellicum kad. sec. E nrs. 207-208 genaamd het Hoogland groot 60 roeden 86 ellen voor ƒ 1.000 haden verkocht aan Hermanus Rosenboom, 1858
132 Stukken betreffende het ingestelde onderzoek wie verantwoordelijk was voor de betaling van de grondrente of tijns rustende op het land genaamd Liesdel bestemd voor de betaling van de fundatie ten behoeve van Willem van Ackooi, 1859, 1918-1919
133 Borderel van onbezwaardheid voor wat betreft het perceel kad. sec. gemeente Gellicum E nrs. 68, 70-73 en 99-101, 1879
134 Stukken betreffende de schending door de gemeente Deil van het eigendomsrecht vande begraafplaats toebehorende aan het R.K. kerkbestuur te Gellicum, 1892
135 Briefwisseling tussen het R.K. kerkbestuur te Gellicum en de aartbisschop te Utrecht betreffende de benoeming van leden van het kerkbestuur, 1898-1930
136 Machtiging verleend door de aartsbisschop van Utrecht aan het R.K. kerkbestuur te Gellicum tot het bouwen van een pastorie, 1898
137 Briefwisseling tussen het R.K. kerkbestuur te Gellicum en de aartbisschop te Utrecht betreffende de benoeming van leden van het armbestuur, 1901-1925
138 Brief van de arrondissementsrechtbank te Tiel aan het R.K. kerkbestuur te Gellicum betreffende de toezending van het vonnis in de rechtszaak tussen enerzijds de R.K. parochie en R. Verweij en anderzijds de N.H. gemeente; de bijlage ontbreekt, 1903
139 Briefwisseling tussen het R.K. kerkbestuur te Gellicum en de aartbisschop nte Utrecht waarbij toestemming werd gevraagd en verleend tot vaststelling van het inkomen van de pastoors, 1919-1929
140 Overzicht van de rekening-courant van het R.K. armbestuur te Gellicum lopende bij notaris Ingenegen te Rumpt, 1919
141 Briefwisseling tussen het R.K. kerkbestuur te Gellicum en de aartbisschop te Utrecht waarbij toestemming werd gevraagd tot het doen van uitgaven ten behoeve van onderhoud aan de kerk, pastorie en de onderwijzerswoning, 1920-1932
142 Stukken betreffende het geschil tussen enerzijds pastoor te Rhenoy A.A. Hoogenboom en anderzijds Cornelia van Ackooy over de betaling door laatstgenoemde partij aan de R.K. parochie te Rhenoy van de tijns gaande uit het perceel genaamd Liesdel, gelegen op het Hogeveld onder Acquoy, [1920]
143 Afwijzing door de aartsbisschop van Utrecht van het door het R.K. kerkbestuur te Gellicum gedane verzoek ƒ 500,- te mogen schenken aan de nieuw op te richten katholieke universiteit, 1921
144 Briefwisseling tussen het R.K. kerkbestuur te Gellicum en de aartbisschop van Utrecht waarbij toestemming werd gevraagd en verleend tot het aangaan van geldleningen, aan- en verkoop van onroerend goed en vermindering van pachtgeldend, 1923-1931
145 Aflevering van het "Het Huisgezin", Roomsch-Katholiek Dagblad voor Nederland, den dato 17 april; gedrukt, 1926
146 Machtigingen verleend door de aartbisschop van Utrecht aan het R.K. kerkbestuur te Gellicum bij te dragen in de salariskosten van de tweede leerkracht verbonden an de plaatselijke R.K. school, 1927
147 Verzoek van het R.K. kerkbestuur te Gellicum het jaarlijkse salaris van de organist te mogen vaststellen op ƒ 250,-; met gunstige bdschikking door de aartbisschop van Utrecht, 1930
148 Machtiging verleend door de aartbisschop van Utrecht aan het R.K. kerkbestuur te Gellicum ƒ 500,- uit de armenkas te besteden aan de viering met de schoolkinderen van het vijftigjarig bestaan van de plaatselijke R.K. school, 1931
149 Aantekeningen door pastoor Broekman van de R.K. parochie te Gellicum en anderen betreffende de geschiedenis van de baronie Acquoy, familie Van Arkel en Acquoyse families, 19e eeuw-1960
150 Notulen van de vergadering op 15 juli door de leden van de R.K. Parochie te Gellicum waarbij de kerkmeester J. van Acquoij en A. van Wijk gemachtigd werden de gerezen geschillen met de N.H. Gemeente op te lossen, 1819
151 Akte waarbij de gesworen bode van de Tielrewaardt Wilhelm Jansz Hack maant de betaaltermijnen (koopsom) aan Jan Gerritsz te Deil te voldoen, vermoedelijk voor het "gut Vogelenburgh", 1612
152 Akte waarbij Willem V als prins van Oranje en graaf van Buren erftijns verleent aan de Vrouwe Joanna maria van Wevelinckhoven (vrouw van Johan Bernard Hendrik van Hasenbagh) op grond in de Baronie van Acquoij waar het Hooge Huijs, de voorburcht en de singel rondom heeft gelegen, 1756
153 Latijnse tekst over Frederici Joannis LB de Isendoorn, 1742
154 Verklaring van de waartslieden over het zoeken naar papieren en geschriften in een huis in de Baronie van Acquoij, 1659, augustus 20
155 Stuk houdende een legatering door Wilhelmina van Linschoten, douariere van Fredericus Johannis Benediktus Georgius, baron van Speijart van Woerden van 600 gulden aan de Roomse Kerk in Rhenoy, 1864
156 Aanslagen voor grondbelasting en gemeentebelasting voor de parochie Rhenoy, 1882-1883
157 Nota voor werkzaamheden aan de ramen van de katholieke school in Gellicum en voor een pakje snuiftabak, 1880, 1902
158 Preek Luc VIII.8, z.j.
159 Verzoek van Jacobus van Dieën en Peter Sprongen als leden van de kerkeklijke commissie van de hervormde kerk te Gellicum aan de Prins van Oranje over het eigendom van de kerk en de kerkegoederen, 1814
160 Ingekomen en afschriften van verzonden brieven van de pastor (hoofzakelijk pastoor Thuring) van de roomse kerk in Rhenoy over diverse onderwerpen, 1853-1892
161 Brief van H. van Hooft aan secretaris de Roock in Zaltbommel waarbij hij zijn moeder machtigt tot verkoop en onderhandelen met de gemeente van Gellicum, 1899
162 Verzoek van de rooms katholieke gemeente van Rhenoy aan de pastoor van de abdij van Postel om de gemeente als Herder en Leeraar toe te voegen, 1808
163 Afschrift van de artikelen 30 en 32 van het reglement op de begraafplaatsen en het begraven van lijken van de burgerlijke gemeente Beesd, 1847
164 Besluit van Paus Gregorius XVI als vice-superior van de hollandse Zending tot het oprichten van de katholieke parochie Leerdam en het bepalen van de gebiedsgrens tussen de nieuwe parochie Leerdam en de parochie Rhenoy, de parochie Everdingen, de parochie Vianen en de parochie Gorinchem, 1845
165 Diverse latijnse documenten, 1833-1863
laatste wijziging 09-03-2022
164 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 84 bestanden

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Jonger dan 50 jaar alleen met toestemming parochie
Omvang in meters:
1,50
Opmerkingen:
In het dienstarchief Streekarchivariaat West-Betuwe toegang 2179, dossiernummer 9 zit een getekende overeenkomst van december 1994
Categorie:
laatste wijziging 09-03-2022
164 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 84 bestanden
 
 
 

Deze site plaatst cookies ten behoeve van het optimaliseren en verbeteren van onze digitale dienstverlening.
Dit gebeurt anoniem. Door gebruik te maken van deze website ga je daarmee akkoord. Lees er meer over in ons privacy statement

Ik snap het