Tussen de rekeningen zijn lijsten van memories, tijnsen, aantekeningen over transacties, e.d. opgenomen, die vaak dateren van enkele jaren vóór of na de periode waarover de rekening loopt. Wellicht zijn die aantekeningen later geschreven op lege pagina's in het katern of de band. Die stukken zijn niet afzonderlijk beschreven in deze inventaris. * 

Inkomsten en uitgaven werden soms (lang) nadat ze zijn gedaan in de rekeningen verantwoord. Veel rekeningen kennen dan ook restantposten van vorige jaren. In de specificatie hieronder is de indeling van de uit elkaar genomen band nader beschreven, zoveel mogelijk per (rekening)jaar. Daarbij is de moderne foliëring in potloodschrift aangehouden van die uit elkaar genomen band. De niet genoemde bladen zijn onbeschreven. Daar waar specificatie per (rekening)jaar niet mogelijk was omdat rekeningen doorliepen in het volgende katern, zijn per inventarisnummer meerdere rekeningen bij elkaar gehouden.

De rekeningen waren niet altijd strikt chronologisch ingebonden en op het einde van de band was een aantal dubbele rekeningen uit de jaren 1479-1484 opgenomen (nu inventarisnummers 43-46).

Deze stukken die hieronder beschreven zijn in de inventarisnummers 1-46, waren - met uitzondering van een van de rekeningen in inventarisnummer 24 - bij overdracht van het archief aan het Regionaal Archief Rivierenland opgenomen in één band. Die band was vrij recent tot stand gekomen of herbonden. Dat is gedaan tussen 1974 (oprichting handboekbinderij Van Mierlo die het werk heeft verricht, zoals blijkt uit een sticker op de binnenzijde band) en 1983 (raadpleging door Siebelt (zie literatuurlijst bij inleiding) die de moderne binding vermeldt). Het opschrift op de band luidde: "Register van cijnsen van kerk en kapittel van Zaltbommel 1435-1484". Dat opschrift klopte niet omdat het uitsluitend gaat om rekeningen en enkele andere stukken afkomstig van het kapittel betreft en ook de jaartallen zijn onjuist.

De band is in 2014 uit elkaar genomen. *  Dat was nodig om de te krap ingebonden stukken te kunnen digitaliseren. De tekst van sommige rekeningen loopt door op het volgende katern waaruit blijkt dat een aantal of al deze rekeningen ook al eerder ingebonden waren. * 

De oudste rekeningen lopen van St.-Lambertus (17 september) tot St.-Lambertus. De rekening van 1439-1440 is de eerste die is onderverdeeld in twee afzonderlijke delen. Het eerste deel loopt van St.-Lambertus tot Pasen, het tweede van Pasen tot St.-Lambertus. Op het einde van de tweede halfjaarlijkse rekening bevindt zich de totale afrekening over het hele jaar. De rekening van St.-Lambertus tot Pasen wordt "computacio prima" genoemd, de rekening van Pasen tot St.-Lambertus "computacio secunda". *