Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-04-04; p. 4

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-04-04; p. 4
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
4
Datum:
1898-04-04
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
4e jaarg.
I\£ R. I
I oen Marie den volgenden dag ontwaakte, nadat zij acht uren r lang geslapen had, voelde zij zich geheel frisch en uitgerust. Vlug sprong zij uit haar bed en niet lang daarna was de huiskamer keurig in orde en brandde er een vroolijk vuur in de kachel. „Zóó is het heel goed,” zeide Mevrouw Holm na eerst haar vriendelijk goeden morgen te hebben gewenscht. „Nu zet ik de thee en maak de boterhammen voor mijn man en de kin-deren. ( kinderen. ) In dien tijd kunt ge de schoenen poetsen en de melk voor de havermout opzetten: dat eten mijne kinderen en ik, maar mijn man drinkt thee en dus kunt gij dat ook krijgen, als ge het liever hebt.” „O, dat andere zou ik ook niet kunnen slikken, Mevrouw,” zeide het meisje, niet heel beleefd. „Het zal hier wel magere kost zijn,” dacht Marie; maar zij kreeg een lekker kopje thee en een paar flinke boterhammen. „Nu gaan wij zingen, wil je ook komen?” zeide Julius, de kleinste jongen, terwijl hij zijn hoofd door de keukendeur stak. „Moeder zegt, dat ik het moet vragen, maar natuurlijk zal je wel willen.” Mariè begreep niet best wat hij meende, maar daar zij geen lust had om naar binnen te gaan, zeide zij, dat zij geen tijd had. Toen het jongentje het antwoord teruggebracht had, trad de heer des huizes zelf in de keuken. „Tijd is er altijd,” zeide hij op beslisten toon, en vriendelijk voegde hij er bij: „maar het is natuurlijk geen moeten: ge moet het alleen doen als ge er lust in hebt.” Langzaam ging de deur dicht: een oogenblik daarna werden een paar akkoorden op de piano aangeslagen, en hoorde Marie een gezang aanheffen. Het meisje knikte met het hoofd, alsof er nu een licht voor haar opging over véél dat zij eerst niet had begrepen. Ja, nu wist zij wel, welk soort van menschen zij waren. Maar het klonk mooi, dat moest zij bekennen: de vader en alle kinderen zongen mee. Een paar uur later ging Mevrouw Holm met de kleine Ida uit: met een vroolijk gezichtje, droeg het kind een aardige, maar redelijk groote, ledige mand. Toen zij t
Het kopje koffie en het versehe brood smaakten haar best, en de lekkere kaas deed Marie aan haar leven te huis, in haar dorp, denken. Die gedachten wekten ook andere herinne-ringen ( herinneringen ) op, niet , alle even aangenaam, en Marie stond op en hervatte haar werk. Het was toch maar goed, dacht zij, dat zij niet in dat kleine dorp was gebleven: weinig loon, werken en slooven van ’s morgens tot ’s avonds, geen vooruitkomen, geen uitspanningen, altijd hetzelfde, en geen mensch die naar haaf omzag, nadat hij naar Amerika was gegaan. Waar zou hij nu wel zijn? Sinds verscheidene maanden, had zij niets van hem. gehoord. Was hij bezig met alle macht te werken, totdat hij in staat zou zijn, haar als zijne vrouw te onderhouden, terwijl zij.... malligheid! hij had haar zeker vergeten. Marie deed haar best, om zichzelve wat wijs te maken, maar het lukte niet. Vijf dagen waren voorbijgegaan, Marie was goed uitgerust en was nu ook geheel gewend. Eén ding verbaasde haar hoe langer hoe meer, namelijk, dat Mevrouw altijd zoo opgewekt bleef, ofschoon zij zulk een vreeselijk druk leven had: zij moest de huishouding bestieren, zij moest naaien, breien, stopjpen, mazen, verstellen, en daarbij de jongens aan hun huiswerk helpen. Ook vond zij nog altijd tijd genoeg om met hen te spelen, en ’s middags was zij altijd klaar om met haren man te gaan wandelen, als hij dat wenschte. Ja, hoe vroolijk stonjl zij daar weer te strijken! zij was bezig met twee kieltjes voor Paul en Julius, die zij uit een ouden jas van hun’ vader had gemaakt. „Zie eens, Marie, hoe netjes ze nog geworden zijn! Ik ben zoo dankbaar blij, dat ik goed genoeg had, maar zoo is het bijna altijd. Nu kan Vrouw Jensen de oude kieltjes voor hare jongens krijgen. Ik moet er alleen nog wat aan naaien en een paar nieuwe knoopen aanzetten.” „Wie is vrouw Jensen, Mevrouw?” „O ja, dat is waar, die kent ge nog niet. Het is een weduwe, die in dat groote huis aan den hoek van de straat, op eone zolderkamer woont; zij naai
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer