Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-04-06; p. 4

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-04-06; p. 4
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
4
Datum:
1898-04-06
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
4 e jaarg.
o
M
I'/X: A
„Denk aan mij, als je de handen vouwt om te bidden,” zóó stond er in dien brief. Handen vouwen en bidden, neen dat deed Marie niet, maar toch dacht zij eiken morgen en eiken avond aan Niels, zoodra het schoone gezang uit de huis-kamer ( huiskamer ) haar oor bereikte. In die kamer werd wel gebeden, dat wist zij zeker. Sinds eenige dagen had zij de gewoonte aan-genomen ( aangenomen ) om vlak bij de deur te gaan staan en naar het lezen uit den Bijbel en het gebed te luisteren. Als er dan gebeden werd voor de eenzamen, de zieken en de bedroefden, dan kwam het beeld van den vriend harer jeugd haar duidelijk voor den geest. Zou hij nog in het ziekenhuis liggen, of zou hij nu aan "t werk zijn, trouw op zijn post in de lange, don-kere ( donkere ) nachten? Och, zij wist wel aan wie hij dacht, en wat het was dat hem met verlangen en blijdschap vervulde. En toch had hij haar die merkwaardige woorden geschreven over dat éénige, dat ons, menschen, kan helpen .... Het zou wel gelukkig voor hem zijn, als dat ééne hem waarlijk kon helpen, in het vreeselijk .oogenblik van teleurstelling dat voor hem moest komen. Haar geweten begon ernstig te spreken en zij werd er onrustig onder. Die trouwe man was toch te goed om bedrogen te worden, dat gevoelde zij nu duidelijk. In dat kleine huis, met het stukje land en do pruimeboomen, zou zij een zeer eenvoudig leven hebben geleid, maar hij zou baar op de handen hebben gedragen, en hare wenschen zouden zijn wet zijn geworden. Maar zij moest er eigenlijk maar niet meer over denken, want het zou er toch wel nooit toe gekomen zijn. Zijne gezondheid had zeker een ergen schok gekregen door al de ontberingen, die hij daar ginds in het eerst had moeten verdragen. Marie schudde het hoofd. Ja, het was hare schuld geweest, dat hij daarheen was gegaan: dat wist zij best. „Als ik terugkom en het huis kan koopen, wat dan?” had hij haar eens op een avond gevraagd, toen zij samen over de weide liepen. „Dan trouwen wij dadelijk,” had zi
weduwe, en aan dien gebrekkigen schrijnwerkersknecht, die eiken Dinsdag en Vrijdag het overgeschoten eten kwamen halen, en er altijd een goed woord bij kregen. En Marie moest zelve zeggen, dat het eten haar nooit beter had gesmaakt dan hier. Mevrouw zag er wel dikwijls bleek en vermoeid uit, en dan zoent zij een oogenblik de eenzaamheid op. Marie had wel begrepen, dat zij dan hare handen tot het gebed vouwde — en als zij weêr verscheen, met een lichten tred en opgeheven hoofd, dan was alle spoor van vermoeidheid voor het oogen-blik ( oogenblik ) verdwenen. Als Mevrouw Holm erkende dat zij zich in iets had vergist, of haar op dien eigenaardig vriendelijken toon over iets prees, of haar bedankte, dan voelde Marie zich in naar hart bezwaard. Wie zou nu toch in hare plaats komen ? O, hoe moeilijk was het met die nare woorden voor den dag te komen en te zeggen dat zij wilde vertrekken! En toch, langer uitstellen zou niet gaan: de vijftiende van de maand was al heel dicht bij. .Mevrouw Holm stond te strijken: zij zag er bleeker dan ooit uit, in Marie’s oogen. „Mevrouw, het spijt mij wel, maar ik zal hier wel niet kunnen blijven.” Zij kon de woorden haast niet over de lip-pen ( lippen ) krijgen. „Wilt ge ..ons verlaten, Marie? Och ja, ik kan het wel begiijpen. Bij ons is alles zoo klein en zoo eenvoudig, en ge zijt gewend om bij rijke menschen te dienen. Maar tot uwe eer kan. ik zeggen, dat ik nog nooit betere hulp heb gehad.” O, zij kon die vriendelijke woorden haast niet verdragen! Als Mevrouw op dat ééne punt maar wilde toegeven, dan zou zij blijven. „Het is maar om dien sleutel van het huis, Mevrouw. Mijn aanstaande vindt, dat ik op dat punt te veel gebonden ben; maar, als u mij den sleutel geeft, dan blijf ik ten minste tot Nieuwjaar.” Mevrouw Holm schudde het hoofd, en vroeg toen langzaam en ernstig: „Is uw aanstaande een goed man? Waarover spreekt hij met u en waar brengt hij u heen? Gij behoeft mij niet te antwoorden: denk dus rustig over die vraag
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer