Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-04-01; p. 1

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-04-01; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1897-04-01
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
October 1897.
' >. .1.
j aar g.
(gug)’© (gi ® ^.<gl Q (g) g ® © © ® © © ® ©@
Onze Jongp Meisjes
Rfe-
GlVx— z 4 ■*—•** ■ : .-■ ;■>.■■ ■ 4 ■* 19 '&’ ©T© © ® ©■© 9® ©>© ©© ©©© ©©©©©©©© ©.© © © © © ©,© © © © © © © © © © © ©>©©©©©©©© ©"©© © © © © © © © © ©
Onze vierde Jaargang.
H. W. S.
Eenige gedachten over het Heilig Avondmaal.
Zijn heiligen maken voor
©
© © © © © © © ©
© ©
© © © © © © ©
il
R dactrice: Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEPOER—LUITINGII en Mej. H. SWAYING.
de mate der zooveel mo-gelijk ( mogelijk ) in allerlei en in veler behoeften te doen voorzien.
Doet dat tot Mijne gedachtenis. Lukas 22 : 1‘Jó. TtJs er eene vraag is die menigmaal met diepen ernst gedaan / V w ordt door vele leden der christelijke gemeente, dan is het zeker wel deze: „Behoor ik tot hen, die waarlijk geroepen zijn om aan het Avondmaal deel te nemen, en maak ik mij schuldig aan plichtverzuim zoo ik dit nalaat?” Voor ieder, die niet slechts uit sleur en gewoonte getrouw ter kerke gaat, maar waarlijk verlangt door het Woord Gods onderwezen, versterkt en vertroost te worden, is het een ernstige zaak als de gezette tijden wederkeeren, waarop men in gansch bizonderen zin geroepen wordt tot een openlijk belijden van den naam des Heeren. Legt men in de wekelijksche Godsdienstoefeningen door middel van het lied belijdenis af van het gemeenschappelijk geloof, bij de viering van het Avondmaal doet men dit ook door andere teekenen. Door het nederzitten aan den disch des Heeren en het gebruik maken van de teekenen des Verbonds, legt men dan op gansch bi- zondere wijze getuigenis af van Hem in Wien men gelooft en van Wiens gemeenschap men heil en troost verwacht in leven en in sterven. Het is geenszins mijn doel, in dit Blad de beteekenis en den inhoud van het Avondmaal nader te verklaren. Zij die als lidmaten der gemeente zijn aangenomen, hebben onge-twijfeld ( ongetwijfeld ) vóór het afleggen hunner geloofsbelijdenis met dit deel der Godsvereering kennis gemaakt, en zijn in meerdere of mindere mate op de hoogte gebracht van hetgeen de Schrift leert aangaande dit heilig Sacrament. Voor ditmaal mag het alleen mijn doel zijn, de vraag te beantwoorden, ook door vele jonge lezeressen van ons Blad tot ons gericht: „Mag of moet ik deelnemen aan de viering van het Heilig Avondmaal ?” Het spreekt immers van zelf dat ik van de onderstelling mag uitgaan, dat de diepste ernst tot deze vraag drong? Zij die lichtzinnig zich bij de gemeente hebben aangesloten, en zich na deze daad verder niet bekommeren om de prediking des Woords, zullen zich ook niet verwijten
AU© stukken de Redactie betreuende, alsmede alle t; ■ ai wot ppjii jo 3] wet lipfpljilr jQ pii wpllnidt brieven en vragen, in te zenden aan liet adres van ' J Prijs per jaar f0.60. f , + 10111 dl WdI 1S 611 Mej. H. W. SPIERING te Tiel. , ; | ßefleHKI flat.
Kdns Ma’andlilad treedt met dit nummer zjjn 4ea r jftargang in. ’w' Waijnee^ wij 'terugzien, dan hebben wij’waarlijk reden tot dankbaarheid en tevens oorzaak om te zegden: . Gods zegen werd , niet geheel vergeefs begeerd en afgebeden. Wij beginnen den hreuwen jaargang met bijna 3000 abonnpes, waarvan circa 700 leden van dem-Ned.. Jfeisjesbond zijn. Waïïneei? wy nu in aanmerking nemen, wat ons herhaaldelijk ■itfgfiegedeeld is en waarvan wij de voorbeelden kurméii bijbrengeh, dat zeer vele lezeressen haar Blaadje weer uitleenen en soms in wijden kxiïrg laten lezen; dat gahecle meisjesvereenigingen voer eön of twee exemplaren geabonneerd zijn, om die onder hare leden te laten rondgaan, dan mogen wij veilig aannemen dat een aanzienlijk aantal jonge oogen boven het getal der abonnées ons Blad lezen. Of wij hiermede tevreden zijn? Neen, wij willen meer, en naar dat meerdere willen wij zelf trachten met al de toewijding en arbeidskracht die ons zijn toevertrouwd. Van de „Hollandsche Lelie, Weekblad voor jonge dames” getuigde de Redactie in haar voorwoord voor den 1 len jaargang: „De beste helft der Nederlandsche vrouwen en meisjes zijn onze abonnées.” Wij wenschen nimmer deze roemtaal over te nemen; wij, de Redactie van dit Blad, staan in te nauwe, te intieme ver-houding ( verhouding ) tot vele onzer lezeressen, om niet te gevoelen dat wij, ons lezend publiek roemende, onszelven eere zouden toezwaaien. Wij willen alle eer en allen roem — zoo deze er ooit zijn mochten — neerleggen aan de voeten van Hem, die alleen den zegen geeft, maar wij wenschen wel en begeeren vurig, dat het beste deel onzer Nederlandsche jeugd, wij bedoelen de kern dergenen die naar God vragen, zich uitbreiden moge, en dat steeds meerderen dergenen, die het hoogste en beste zoeken voor zichzelven en anderen, met ons mede willen werken om door bekendmaking en verspreiding van dit Blaadje het goede zaad, dat wij inderdaad biddend begeeren te zaaien, tot nog veel meer jonge harten te brengen. Inzo
UITGEGBVÈN
Tin voorts, — wij zaaien in hope. Zaaier, ga in Gods naam henen, Vang uw werk gemoedigd aan, Zaai uw zaad in d’ ochtendscheemring, Wat gedaan is, blijft gedaan !
© © ©
© © © © © © ©
© © © © ©
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer